Toetstermen 2.4 en 2.5

1 / 30
next
Slide 1: Slide
RetailmarketingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat zijn kenmerken van een dienst?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke kenmerken heeft een dienst. Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
vergankelijk
B
tastbaar
C
gelijktijdige productie en consumptie
D
homogeen

Slide 9 - Quiz

Naomi gaat naar de bioscoop. Het is erg rustig, twaalf van de in totaal 30 stoelen blijven tijdens de film leeg en zijn dus niet verkocht. Helaas kan de bioscoop deze lege stoelen de volgende dag niet extra verkopen. Een product kun je opslaan, een dienst niet. Welk kenmerk van een dienst wordt hier beschreven?
A
vergankelijkheid
B
interactieve consumptie
C
gelijktijdige productie en consumptie
D
heterogeniteit

Slide 10 - Quiz

Anouk wil het nieuwe jaar beginnen met een nieuwe coupe. Ze gaat naar de kapper en vertelt de kapper welke nieuwe coupe ze graag wil. De kapper geeft aan dat iedere coupe mogelijk is, omdat dat afhangt van de klant haar smaak. Welk kenmerken van een dienst worden hier beschreven? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
vergankelijkheid
B
interactieve consumptie
C
gelijktijdige productie en consumptie
D
ontastbaarheid

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Intensieve distributie
Selectieve distributie
Exclusieve distributie

Slide 15 - Drag question

Onder welk soort distributie valt een Kinder Surprise ei?
A
intensieve distributie
B
exclusieve distributie
C
selectieve distributie

Slide 16 - Quiz

Een kledingfabrikant verkoopt zijn producten alleen via detaillisten met een goed kwaliteitsimago. Welk soort distributie is dit?
A
selectieve distributie
B
exclusieve distributie
C
intensieve distributie

Slide 17 - Quiz

Welke vorm van distributie past Coca Cola toe?
A
selectieve distributie
B
exclusieve distributie
C
intensieve distributie

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Bij een schoenenfabrikant kun je online zelf schoenen ontwerpen en deze bestellen. De schoenen worden bij je thuis afgeleverd. Welke vorm van distributie is dit?
A
directe distributie
B
indirecte distributie
C
intensieve distributie
D
selectieve distributie

Slide 24 - Quiz

Een kledingfabrikant verkoopt zijn producten alleen via detaillisten met een goed kwaliteitsimago. Van welke distributiestrategie is hier sprake?
A
directe distributie
B
indirecte distributie
C
intensieve distributie
D
selectieve distributie

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide