2.1 Naar een ander soort leven

4.1: oorlog in Europa
2.1 Naar een ander soort leven
deel 1
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.1: oorlog in Europa
2.1 Naar een ander soort leven
deel 1

Slide 1 - Slide

Boek blz 131
1. Introductie
2. Leervragen 2.1 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Koninkrijk der Nederlanden

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Leervragen
Uitleggen hoe Nederland werd bestuurd vanaf 1815
Aan het eind van de les kan je...
Uitleggen wat er door de grondwet van 1848 veranderde in het bestuur van Nederland 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het bestuur van Nederland vanaf 1815
  • Dag Napoleon
  • Koninkrijk der Nederlanden
  • Willem I, staatshoofd
  • Constitutie = grondwet
  • Constitutionele monarchie = koninkrijk met een grondwet 
  • Ministers
  • Staten-Generaal

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg.
  • Een grondwet! We werden een constitutionele monarchie.

  • Koning leider van de regering regeerde samen met de ministers
  • Naast de ministers was er een parlement met Eerste Kamer en Tweede Kamer

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Koninkrijk der Nederlanden
- 1815: koning Willem I werd staatshoofd. 

- Nederland, België en Luxemburg werd één land. 


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen. Macht bij de koning.
  • Liberalen: Rijke ondernemers wilden meer inspraak. Vrijheid in de politiek.

  • Koning Willem 1 en 2 regeren als absolute vorst.

  • Zij wilden niks horen over democratie.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions


Revolutiejaar 
1848



  • In 1830 werd België onafhankelijk van Nederland
  • Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...
Mensen komen in opstand

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen
De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt in 1848 nieuwe grondwet:

  1. Koning is onschendbaar
  2. Ministers zijn verantwoordelijk

Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Uit welke landen bestond het Koninkrijk der Nederlanden in 1815?
A
Nederland, Duitsland en Frankrijk
B
Nederland en Friesland
C
Nederland en België
D
Nederland, België en Luxemburg

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wie was het staatshoofd in 1815?
A
Willem I
B
Willem II
C
Napoleon
D
Willem van Oranje

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een constitutionele monarchie?
A
Een land met een koning
B
Een land met een grondwet
C
Een land met een gekozen president
D
Een land met een koning en een grondwet

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Mensen die meer inspraak en vrijheid in de politiek wilden noemen we ...
A
Liberalen
B
Conservatieven

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

4.1: oorlog in Europa
Werktijd!
Zelfstandig
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 46-47-48
  • KGT: bladzijde 50-51-52-53

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Daarna: lezen in je leesboek

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

4.1: oorlog in Europa
2.1 Naar een ander soort leven
deel 2

Slide 21 - Slide

Boek blz 131
1. Herhaling
2. Leervragen 2.1 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Herhaling vorige les

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Uit welke landen bestond het Koninkrijk der Nederlanden in 1815?
A
Nederland, Duitsland en Frankrijk
B
Nederland en Friesland
C
Nederland en België
D
Nederland, België en Luxemburg

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wie was het staatshoofd in 1815?
A
Willem I
B
Willem II
C
Napoleon
D
Willem van Oranje

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een constitutionele monarchie?
A
Een land met een koning
B
Een land met een grondwet
C
Een land met een gekozen president
D
Een land met een koning en een grondwet

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Mensen die meer inspraak en vrijheid in de politiek wilden noemen we ...
A
Liberalen
B
Conservatieven

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Leervragen
Uitleggen hoe de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders waren
Aan het eind van de les kan je...
Uitleggen hoe door de industrialisatie de samenleving veranderde

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan als je dit plaatje ziet?

Slide 29 - Slide

Waar denk je aan als je dit plaatje ziet ? 

Werkomstandigheden tijdens de industriële samenleving:
  • Lange werkdagen: 6 dagen en geen vrije dagen of  vakantie.

  • Oorverdovend lawaai.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Werkomstandigheden
  • In de fabriekshallen was het donker en er was weinig frisse lucht 
  • Gevaarlijk werk: weinig oog voor veiligheid.
  • Ziek? Geen geld...
  • Geen uitkering zoals tegenwoordig

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

 Woonomstandigheden
tijdens de industriële samenleving:

  • Woningen waren donker en piepkleine, dicht op elkaar gebouwd.
  • Slechte hygiëne: afval en uitwerpselen kwamen in beerputten terecht of in rivieren/ kanalen.
  • Geen schoondrinkwater.
  • Slecht en eenzijdig voedsel.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

 Woonomstandigheden
Door slechte hygiëne:
  • Besmettelijke ziektes.
  • Lage levensverwachting
  • Gemiddelde leeftijd arbeider: 35 jaar, 50 jaar was al oud.
  • Daardoor kinderen snel ouderloos.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

De Sociale Kwestie
Een kwestie is een probleem

1. Het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders.

2. Armoede probleem

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Er komt een nieuwe wet: Kinderwetje van Houten

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Veranderingen in de samenleving
Werknemers zijn ontevreden          oprichting van vakbonden:
  • Onderhandelen met werkgevers
  • Staken voor betere werkomstandigheden 

In 1860 kreeg de politiek meer aandacht voor de sociale kwestie:
  • Onderzoek naar leef- en werkomstandigheden
  • Wetten die het leven van arbeiders verbeteren
  • Afschaffing kinderarbeid > Kinderwetje van Houten

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je de verenigingen die ontevreden arbeiders oprichtten?
A
Vakbonden
B
Sociale kwestie
C
Kinderwetje
D
Grondwet

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een industriële samenleving?
A
Mensen woonden op het platteland en waren boer.
B
Mensen woonden in de steden en werkten in fabrieken

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit wat er met de sociale kwestie bedoeld wordt.

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

4.1: oorlog in Europa
Werktijd!
Zelfstandig
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 49-50-51
  • KGT: bladzijde 54-55-56

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Daarna: lezen in je leesboek

Slide 42 - Slide

This item has no instructions