1kth2 Werkwoordspelling herhaling en oefenen

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:


-laptop (dicht)
timer
2:30
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:


-laptop (dicht)
timer
2:30

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Vragen toets donderdag a.s.
  • Lesdoel
  • Werkwoordspelling herhaling en 
  • oefenen
  • Presentaties fictiedossier
  • Evaluatie les

Slide 2 - Slide

Toets werkwoordspelling (c7)

Slide 3 - Slide

Doelen
Aan het einde van deze les:

- kun je persoonsvormen in de tt en vt juist spellen
- kun je het voltooid deelwoord juist spellen


Slide 4 - Slide

Tegenwoordige tijd enkelvoud
Als de persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd staat, zijn er 3 mogelijkheden:

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. Hele werkwoord (bij meervoud)

Slide 5 - Slide





Niet zeker? Gebruik het werkwoord lopen
ik
ik-vorm

jij?
jij 
ik-vorm+t

hij/zij/u/het
ik-vorm+t

wij/jullie/zij
hele ww

Slide 6 - Slide

Voorbeelden:

Slide 7 - Slide

Vul de goede werkwoordsvorm in:
Je (geloven) toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek besteld?

Slide 8 - Open question

Vul de goede werkwoordsvorm in:
Ik (vinden) het plezierig als u de agenda voor de vergadering verstuurt.

Slide 9 - Open question

Vul de goede werkwoordsvorm in:
Mijn wang (bloeden) altijd als ik mij snijd tijdens het scheren.

Slide 10 - Open question

(fietsen) jij vandaag naar Brielle?

Slide 11 - Open question

Vul de goede werkwoordsvorm in:
(houden) je broer van detectives?

Slide 12 - Open question

Werkwoorden in de vt
/
/

Slide 13 - Slide

Dus:
     Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en WEL in 't kofschip?        schrijf dan          of te / ten                             fietsen                 fietste

      Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en NIET in 't kofschip?        schrijf dan         de / den                               bellen                    belde

Slide 14 - Slide

Vul de juiste werkwoordsvorm in (vt)
De politie (verrichten) wekenlang onderzoek naar de inbraken.

Slide 15 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in (vt)
Toen ik mijn toets Frans (maken), duimde Janita voor mij.

Slide 16 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in (vt)
We (durven) niet te kijken toen de politie op de deur bonkte.

Slide 17 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in (vt)
Ik (tobben) over mijn cijfer, terwijl ik de toets goed gemaakt had.

Slide 18 - Open question

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- Het voltooid deelwoord is  niet de persoonsvorm. 
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben, worden of zijn.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.

Slide 19 - Slide

Voltooid deelwoord
/
/

Slide 20 - Slide

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in:
Ik heb zijn verhaal nooit (geloven).

Slide 21 - Open question

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in:
Heb je dat hele stuk (fietsen)?

Slide 22 - Open question

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in:
We hebben vanmorgen een potje (voetballen).

Slide 23 - Open question

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in:
De jongens zijn gisteren (verhuizen).

Slide 24 - Open question

Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in:
Heb je lekker (chillen)?

Slide 25 - Open question

Aan de slag
Zelfstandig werken: De Brug Meestromen $7 tot en met $11
Online: somtoday/ Nederlands/ leermiddelen

Presenteren aan juf: Yannick, Noud en Femke
timer
25:00

Slide 26 - Slide

Cursus 7 spelling (th):
$8 Persoonsvorm tegenwoordige tijd (blz. 238:th)

$9 Sterke en zwakke werkwoorden (blz. 240:th)
$10 Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden (blz. 242:th)
$11 Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden (blz. 244:th)
$12 Voltooid deelwoord (blz. 246:th)
$13 Onregelmatige werkwoorden (blz. 248:th)






Slide 27 - Slide

Cursus 7 spelling (kgt):
$8 Persoonsvorm tegenwoordige tijd (blz. 232)
$9 Sterke en zwakke werkwoorden (blz., 234)
$10 Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden (blz. 236)
$12 Onregelmatige werkwoorden (blz. 240)















Slide 28 - Slide

Evaluatie
*Welke vraag heb je nog over werkwoordspelling?

*Wat vond je nog lastig?
*Waar kun je nog mee oefenen? --> donderdag a.s. toets

Slide 29 - Slide

Ik (waxen) mijn benen gisteravond.

Slide 30 - Open question

De buren hebben hun eigen truien (breien)

Slide 31 - Open question

Hoe oud (worden) je tante morgen?

Slide 32 - Open question