Oefenen addtitie-, substitutie- en condensatie reacties

Oefenen addititie-, substitutie-, hydrolyse en condensatie reacties
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen addititie-, substitutie-, hydrolyse en condensatie reacties

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke uitspraak is niet waar?
A
Additie is een reactie tussen een alkeen en een andere stof waarbij een reactieproduct ontstaat
B
Additie van halogenen aan een alkeen levert een di-halogeenalkaan op
C
Additie van waterstof aan een alkeen levert een alkaan op
D
Additie is een reactie tussen een alkeen en een andere stof waarbij twee reactieprodukten ontstaan

Slide 3 - Quiz

Welke uitspraak is niet waar?
A
Additie van water aan een alkeen levert een alcohol op
B
Substitutie is de reactie tussen een alkaan en een halogeen
C
Bij additie en substitutie reacties wordt altijd H2O gevormd als een van de reactieprodukten
D
Bij een substitutiereactie heb je twee beginstoffen en twee reactieproducten.

Slide 4 - Quiz

Kies het juiste reactietype.
A
substitutie-reactie
B
additie-reactie
C
hydrolyse-reactie
D
condensatie-reactie

Slide 5 - Quiz

Kies het juiste reactietype.
A
substitutie-reactie
B
additie-reactie
C
hydrolyse-reactie
D
condensatie-reactie

Slide 6 - Quiz


Slide 7 - Open question

Kies het juiste reactietype.
A
substitutie-reactie
B
additie-reactie
C
hydrolyse-reactie
D
condensatie-reactie

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste reactietype.
A
substitutie-reactie
B
additie-reactie
C
hydrolyse-reactie
D
condensatie-reactie

Slide 9 - Quiz

Sleep het nummer in het juiste blok
1
2
3
4

additie-reactie
geen van beide

substitutie-reactie

Slide 10 - Drag question

Geef de structuurformules van
1 molecuul propaan-1,1-diamine & 1 watermolecuul.
Geef 2 waterstofbruggen tussen beide moleculen weer.

Slide 11 - Open question

Antwoord op de vorige vraag

Slide 12 - Slide

Geef de vergelijking van de hydrolyse van de ester van propaan-2-ol en methaanzuur in structuurformules.

Slide 13 - Open question

Antwoord op de vorige vraag

Slide 14 - Slide