P4 - week 2 - structuur vragen

Examenvragen
Kijk de toets na met uitgewerkte leerdoelen ernaast. Met potlood: schrijf op welk advies je jezelf zou geven als docent.
1) Wat ging goed?
2) Wat moet beter?
3) Welke leerdoelen hebben aandacht nodig?
4) Welke tip heb je qua manier van antwoorden?
5) Welke tip heb je voor het leren?
6) Hoe zou je komende periode aanpakken?

Vandaag
- Lessonup docentcode: bydsm
- examen bekijken
- schema H1 bespreken
- schema H2 maken
1 / 6
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 6 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Examenvragen
Kijk de toets na met uitgewerkte leerdoelen ernaast. Met potlood: schrijf op welk advies je jezelf zou geven als docent.
1) Wat ging goed?
2) Wat moet beter?
3) Welke leerdoelen hebben aandacht nodig?
4) Welke tip heb je qua manier van antwoorden?
5) Welke tip heb je voor het leren?
6) Hoe zou je komende periode aanpakken?

Vandaag
- Lessonup docentcode: bydsm
- examen bekijken
- schema H1 bespreken
- schema H2 maken

Slide 1 - Slide

Examenvragen
Kijk de toets na met uitgewerkte leerdoelen ernaast. Met potlood: schrijf op welk advies je jezelf zou geven als docent.
1) Wat ging goed?
2) Wat moet beter?
3) Welke leerdoelen hebben aandacht nodig?
4) Welke tip heb je qua manier van antwoorden?
5) Welke tip heb je voor het leren?
6) Hoe zou je komende periode aanpakken?

Examenvragen
Leg uit... 
Geef aan... 
Beargumenteer (of volgens jou...)

Bij 'Beargumenteer':
- je mening/standpunt/stelling mbt de casus
- jouw uitleg van de casus: pas begrippen & ideeën toe
- je argument: omdat/want
- conclusie: dus/daarom

Slide 2 - Slide

Examenvragen
Kijk de toets na met uitgewerkte leerdoelen ernaast. Met potlood: schrijf op welk advies je jezelf zou geven als docent.
1) Wat ging goed?
2) Wat moet beter?
3) Welke leerdoelen hebben aandacht nodig?
4) Welke tip heb je qua manier van antwoorden?
5) Welke tip heb je voor het leren?
6) Hoe zou je komende periode aanpakken?

Examenvragen
Welk werkwoord wordt er gebruikt? Wat moet je dus doen? Leg uit, benoem, toon aan, motiveer, beargumenteer, verwijs etc. 

Welke filosoof of vakbegrippen worden genoemd? Welke moet je gebruiken? Wordt er een vakbegrip genoemd, leg die dan sowieso uit. Wordt er verwezen naar redenen of argumenten? Noem die dan in je antwoord.

Leg al je (denk)stappen uit!

Slide 3 - Slide

Examenvragen
Kijk de toets na met uitgewerkte leerdoelen ernaast. Met potlood: schrijf op welk advies je jezelf zou geven als docent.
1) Wat ging goed?
2) Wat moet beter?
3) Welke leerdoelen hebben aandacht nodig?
4) Welke tip heb je qua manier van antwoorden?
5) Welke tip heb je voor het leren?
6) Hoe zou je komende periode aanpakken?

Examenvragen
Geef je antwoord via de kop-romp-staart-methode:
1. kop: je begint je antwoord altijd met het kort herhalen van de vraag.
2. romp: geef je antwoord.
3. staart: leg je antwoord duidelijk uit: “want, omdat”, verwijs terug naar de bron: “dat zie je…”

CHECK JE ANTWOORD! Heb je gedaan wat er wordt gevraagd?

Slide 4 - Slide

Examenvragen
Kijk de toets na met uitgewerkte leerdoelen ernaast. Met potlood: schrijf op welk advies je jezelf zou geven als docent.
1) Wat ging goed?
2) Wat moet beter?
3) Welke leerdoelen hebben aandacht nodig?
4) Welke tip heb je qua manier van antwoorden?
5) Welke tip heb je voor het leren?
6) Hoe zou je komende periode aanpakken?

Woensdag:
Voor de les: schema H2 ingevuld

In de les: maken oefenopgaven H1+2

Slide 5 - Slide

Examenvragen
Kijk de toets na met uitgewerkte leerdoelen ernaast. Met potlood: schrijf op welk advies je jezelf zou geven als docent.
1) Wat ging goed?
2) Wat moet beter?
3) Welke leerdoelen hebben aandacht nodig?
4) Welke tip heb je qua manier van antwoorden?
5) Welke tip heb je voor het leren?
6) Hoe zou je komende periode aanpakken?

Volgende week (alleen woensdag les):
Voor de les: schema H3+4 ingevuld

In de les: maken oefenopgaven H3+4

Slide 6 - Slide