What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
vragen stellen in het Frans
Poser des questions en français
Chapitre 5, bron H, livre de textes page 36-37
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Poser des questions en français
Chapitre 5, bron H, livre de textes page 36-37
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
- zinnen vragend maken zonder vraagwoord
- zinnen vragend maken met een vraagwoord
Slide 2 - Slide
Ken jij manieren
waarop je vragen
kunt stellen in het Frans?
Slide 3 - Mind map
In de volgende slide gebruiken we de volgende zin als voorbeeld:
Tu es malade.
Slide 4 - Slide
A. Manieren van vragen stellen zonder vraagwoord:
1. Een vraagteken achter de zin
ex.: Tu es malade
?
2. Zet "est-ce que" voor een zin
ex.: Est-ce que tu es malade?
3 Inversie (omkering) van het onderwerp en de persoonsvorm
ex.: Es-tu malade?
Slide 5 - Slide
Maak deze zin op drie manieren vragend:
Tu fais du sport
Slide 6 - Open question
Maak op 3 manieren vragend:
Mon père adore les fruits
Slide 7 - Open question
Vraagwoorden
In het Frans kennen we de volgende vraagwoorden:
combien = hoeveel
comment = hoe
où = waar
pourquoi = waarom
quand = wanneer
qu'est-ce que = wat
qui = wie
Slide 8 - Slide
Wat is geen vraagwoord?
timer
0:30
A
Combien
B
quand
C
pour
D
qui
Slide 9 - Quiz
welk woord is geen vraagwoord?
timer
0:30
A
quand
B
ou
C
comment
D
pourquoi
Slide 10 - Quiz
Welk woord is WEL een vraagwoord?
timer
0:30
A
souvent
B
pourquoi
C
chouette
D
beaucoup
Slide 11 - Quiz
Vul het juiste vraagwoord in :
......tu fais comme sport ?
timer
0:30
A
pourquoi
B
qu'est-ce que
C
quand
D
où
Slide 12 - Quiz
Welk vraagwoord is correct?
……… est-ce que va à la fète de Yann?
timer
0:30
A
comment
B
où
C
qui
D
quand
Slide 13 - Quiz
Welk vraagwoord is hier nodig?
Ton anniversaire, c’est ... ?
timer
0:30
A
pourquoi
B
qui
C
combien
D
quand
Slide 14 - Quiz
Welk vraagwoord past in de zin:
" ... tu détestes l'anglais?"
timer
0:30
A
quand
B
pourquoi
C
qu'est-ce que
D
qui
Slide 15 - Quiz
Welk vraagwoord zoeken we?
Tu habites ....? Moi, j'habite à Liège.
timer
0:30
A
combien
B
comment
C
quand
D
où
Slide 16 - Quiz
1 Gewone zin vragen uitgesproken met met vraagteken
2 Est-ce que met gewone zin
3 Inversie (omkering onderwerp en persoonsvorm
Je vais au docteur?
Est-ce que je vais au docteur?
Vais-je au docteur?
On va à la pharmacie?
Aimez-vous les fruits?
Est-ce que tu es souvent malade?
Slide 17 - Drag question
More lessons like this
2MHV Vraagzinnen en vraagwoorden - chapitre 5
November 2022
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2AH - grammaire H Poser une question - c.5 ed.6
May 2023
- Lesson with
48 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
La question
November 2024
- Lesson with
45 slides
Frans
Secundair onderwijs
La question
January 2024
- Lesson with
46 slides
Frans
Secundair onderwijs
les 10 hv2
September 2020
- Lesson with
25 slides
Frans
Enseignement Secondaire
2B 30 mei vragen stellen
May 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Vraagzin Klas 2
June 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Poser des questions
March 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2