Verdieping 5.1 / 5.3 en 6.2

Lesprogramma
Ga naar Its learning

Gebruik: Bronnen --> Geschiedenis Werkplaats H5 en H6.docx

bronnen --> Verdieping H5.1 H5.3 en H6.4
Lees 5.1, 5.3 en 6.2, en maak de opdrachten
Klaar? even laten zien.


1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Lesprogramma
Ga naar Its learning

Gebruik: Bronnen --> Geschiedenis Werkplaats H5 en H6.docx

bronnen --> Verdieping H5.1 H5.3 en H6.4
Lees 5.1, 5.3 en 6.2, en maak de opdrachten
Klaar? even laten zien.


Slide 1 - Slide

Opdracht 1
a Waarom stonden fabrieken eerst altijd in de buurt van een kanaal of een rivier?


b waarom later niet meer?


c waarom gingen mensen dicht bij de fabrieken wonen?

Slide 2 - Slide

Opdracht 1
a Waarom stonden fabrieken eerst altijd in de buurt van een kanaal of een rivier?
Fabrieken stonden naast een kanaal of fabriek omdat de stoommachines water nodig hebben en goederen gemakkelijk over het water vervoerd kunnen worden.

b waarom later niet meer?
Door de komst van spoorlijnen, verharde wegen.

c waarom gingen mensen dicht bij de fabrieken wonen?
Zodat ze niet ver hoefden te reizen om naar het werk te kunnen.

Slide 3 - Slide

Bekijk de onderstaande bron
Wat kun je uit deze tabel opmaken over het proces van industrialisatie?
A
Van 1810 tot 1840 werd het aantal handwevers vervangen door fabriekswevers.
B
In de katoenindustrie bleven handwevers altijd belangrijker dan fabriekswevers, zelfs in de periode van industrialisatie.
C
Het proces van industrialisatie verliep in fasen, het aantal fabriekswevers werd geleidelijk groter.
D
Wevers en fabriekswevers waren beiden belangrijk in de Industriële Revolutie.

Slide 4 - Quiz

Gebruik de onderstaande 4 feiten:

1 De sociale kwestie kreeg veel bekendheid.
2 Door de industrialisatie woonden en werkten veel arbeiders in de steden.
3 Verhalen en berichten verschenen over de uitbuiting van werknemers door
werkgevers.
4 Mensen vonden het een probleem dat arbeiders leefden en werkten onder
slechte omstandigheden.
A
Feit 1 is een gevolg van de feiten 2 en 3.
B
Feiten 2 en 3 zijn gevolgen van feit 4.
C
Feit 1 is een oorzaak van de feiten 2 en 3
D
Feiten 2 en 3 zijn oorzaken van feit 4.

Slide 5 - Quiz

Arbeiders in actie.
Wat zie je op de afbeelding?


Welk begrip past bij de afbeelding?


Wat probeert de tekenaar te zeggen?

Slide 6 - Slide

Arbeiders in actie.
Wat zie je op de afbeelding?
Arbeiders die samen een Vuist maken.

Welk begrip past bij de afbeelding?
Vakbonden

Wat probeert de tekenaar te zeggen?
Dat de arbeiders samen sterk staan tegen de fabrieksbaas

Slide 7 - Slide

Opdracht 5
a Welk begrip uit de tekst hoort bij deze kaarten? Leg dat begrip uit.


b Wat veranderde er in de infrastructuur van Nederland in de 19e eeuw?

c Geef 3 voorbeelden van nieuwe transportmiddelen na de stoomtrein en het stoomschip

Slide 8 - Slide

Opdracht 5
a Welk begrip uit de tekst hoort bij deze kaarten? Leg dat begrip uit.
Transportrevolutie: In een dikke eeuw tijd kwam er niet alleen een groot aantal voertuigen bij, maar veranderde ook de infrastructuur van wegen, spoorwegen en waterwegen drastisch. Deze ontwikkeling staat onder historici bekend als de 'transportrevolutie'
b Wat veranderde er in de infrastructuur van Nederland in de 19e eeuw?
Er kwamen steeds meer spoorlijnen, kanalen en verharde wegen. Ook werden rivieren uitgebaggerd en werden er bruggen aangelegd.
c Geef 3 voorbeelden van nieuwe transportmiddelen na de stoomtrein en het stoomschip
Stoomtram, fiets, auto's, vliegtuig.

Slide 9 - Slide

Opdracht 6
“De wereld werd steeds kleiner in de 19e eeuw”. Leg deze uitspraak uit.



Slide 10 - Slide

Opdracht 6
“De wereld werd steeds kleiner in de 19e eeuw”. Leg deze uitspraak uit.

Mensen konden tijdens de 19e eeuw steeds gemakkelijker reizen en grote afstanden afleggen door de komst van de stoomtrein en het stoomschip. Ook de infrastructuur, (wegen, bruggen) werden steeds beter.

Slide 11 - Slide

Ga naar Its learning
Zoek de opdracht Frans Duits.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Video