a Welk begrip uit de tekst hoort bij deze kaarten? Leg dat begrip uit.
Transportrevolutie: In een dikke eeuw tijd kwam er niet alleen een groot aantal voertuigen bij, maar veranderde ook de infrastructuur van wegen, spoorwegen en waterwegen drastisch. Deze ontwikkeling staat onder historici bekend als de 'transportrevolutie'
b Wat veranderde er in de infrastructuur van Nederland in de 19e eeuw?
Er kwamen steeds meer spoorlijnen, kanalen en verharde wegen. Ook werden rivieren uitgebaggerd en werden er bruggen aangelegd.
c Geef 3 voorbeelden van nieuwe transportmiddelen na de stoomtrein en het stoomschip
Stoomtram, fiets, auto's, vliegtuig.