TVO - college 5

• Communicatie
• HBO
• Studiejaar 1

Wat is het centrale idee van het dual process model van Galbraith (2009)?

Nu je dat weet, wat zou een mooie metafoor (of beeld) zijn voor die kijk op 'leren door te schrijven'?

Waar of niet waar:
In het dual-process model ligt de nadruk op de kracht van formuleren

1. Waar
2. Niet waar

Centraal staat de interactie tussen schrijver en tekst. 

Input (topic en task specifications) gaat door de schrijver heen en leidt tot talige output (A), die op papier verschijnt als geschreven tekst (B). Die output komt ook weer terug bij de schrijver, waar het door eigen feedback vanuit de schrijver weer leidt tot nieuwe taalproductie (tekst) (D), wat ook weer teruggevoerd wordt (E) en weer leidt tot nieuwe taalproductie (F), totdat de tekst het begrip van de schrijver weergeeft. 

Het dual-process model stelt dat schrijven een tweeledig proces is. Welke twee processen worden in dit model onderscheiden?

Waar of niet waar:
Het kennisvormende proces is verantwoordelijk voor het activeren van expliciet aanwezige kennis

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar:
Het kennisorganiserende proces zorgt voor het behalen van retorische doelen

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar
Bij schrijven om te leren is het beter om geen plan te maken voorafgaand aan het schrijven

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar:
Reviseren is zowel voor begripsontwikkeling als tekstkwaliteit belangrijk

1. Waar
2. Niet waar

Hoe hangt het dual-process model samen met de titel van deel 1: schrijven om te begrijpen en begrepen te worden?

Leg uit hoe het dual process model alle drie de functies van schrijven (communicatieve functie, expressieve functie en de conceptualiserende functie) verbindt.

Galbraith en Baaijen maken in hun onderzoeken onderscheid tussen twee typen schrijvers: High self-monitors, en Low self-monitors. Wat kenmerkt HSM en wat kenmerkt LSM?

Ben jij meer een High self-monitor of een Low self-monitor?

1. HSM
2. LSM

En heb jij meer HSM's of LSM's in jouw klaslokaal zitten?

1. HSM
2. LSM

Als het gaat om zinsproductie: wat leidt tot begripsontwikkeling, denk je nu?

1. Geplande zinsproductie
2. Ongeplande, spontane zinsproductie

Als het gaat om zinsproductie: wat leidt tot tekstkwaliteit, denk je nu?

1. Geplande zinsproductie
2. Ongeplande, spontane zinsproductie

In het artikel concludeert Baaijen dat begripsontwikkeling en tekstkwaliteit niet hand in hand gaan. Welke vakdidactische gevolgen heeft deze conclusie?