5. 19 sept: Taalgebruik: tekstdoelen + tekstsoorten A+C

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
Welkom havo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
Welkom havo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag donderdag 19 september: 
  • Numo: al gedaan
  • Oefenen Taalverzorging
  • Tekstdoelen en tekstvormen uitleg
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Taalverzorging 
Deel A = meervoudsvorming en bijvoeglijk naamwoorden
Deel C = Samenstellingen

Deze oefenen we tijdens de periode. 
>>> log in op LessonUp

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is de correcte spelling?
A
De gelaarste kat
B
De gelaarsde kat

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de correcte spelling?
A
De ontpitte kersen
B
De ontpite kersen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de correcte spelling?
A
Het ontdooide ijsje
B
Het ge-ontdooide ijsje
C
Het geontdooide ijsje
D
Het ontgedooide ijsje

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de correcte spelling?
A
Het gebewaarde geheim
B
Het bewaarde geheim
C
Het bewaarte geheim
D
Het gebewaarte geheim

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de correcte spelling?
A
De gedoode crimineel
B
De gedoodte crimineel
C
De gedode crimineel

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de correcte spelling?
A
De vermoordde crimineel
B
De vermoorde crimineel
C
De vermorde crimineel
D
De vermoorte crimineel

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de correcte spelling?
A
De juf is laaiend
B
De juf is laaiende
C
De juf is laaient

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de correcte spelling?
A
De woedende vader
B
De woedente vader

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe lesstof
Les 2 (handboek): tekstdoelen
De lessen in het handboek die we behandelen zijn les 1-5 + 7, deze komen terug in het oefenboek in les 1b en 1c. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen 
Een schrijver, journalist of webdesiger bedenkt vooraf wat hij of zij wil bereiken met zijn tekst.
 
Hij of zij bedenkt waarom die tekst geschreven wordt. 

Dat noem je een tekstdoel. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

..Maar als jij het vervolgens leest is niet altijd 
duidelijk welk doel deze schrijver had. 

Daarom is het goed te weten welke doelen er zijn, 
zodat je ze  zou kunnen herkennen. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

1. Tekstdoel informeren
  • De schrijver wil dat de lezer iets 'leert' van zijn tekst. De tekst is objectief, vooral veel feitelijke informatie.

Voorbeeld: 
  • lesboeken, nieuwsartikelen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

2. Tekstdoel instructie geven / instrueren
  • De schrijver wil je uitleggen hoe je iets moet doen.

Voorbeeld: 
  • recepten, handleiding IKEA-kast

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

3. Tekstdoel overtuigen
  • De mening van de schrijver staat centraal. De schrijver probeert je met zijn argumenten te overtuigen van zijn mening. 

Voorbeeld: 
  • pleidooi, recensie, betoog, blog

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

4. Tekstdoel activeren
  • De schrijver wil de lezer aanzetten om iets te gaan doen: kopen van een product, stemmen op een partij.

Voorbeeld: 
  • reclameteksten, verkiezingsposter

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

5. Tekstdoel amuseren
  • De schrijver wil de lezer vermaken. De tekst kan verzonnen zijn of gaan over iets wat de schrijver heeft meegemaakt. 

Voorbeeld: 
  • gedicht, strip, blog

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

6 Tekstdoel beschouwen
  • De schrijver wil dat de lezer zelf een mening vormt over een bepaald onderwerp. De schrijver geeft daarom informatie van verschillende kanten. 

Voorbeeld: 
  • sommige krantenartikelen, artikelen met achtergrondinformatie

Slide 22 - Slide

Tot hier met havo 3A en 3C
Open je laptop.
Verder opdrachten maken in LessonUp

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn verschillende doelen die een schrijver aan een tekst geeft?

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

tekstdoelen 

  • Informeren
  • Instructie geven
  • Overtuigen
  • Activeren
  • Amuseren
  • Beschouwen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Oefenen!
Kies het beste tekstdoel in de volgende vragen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

De aantekeningen die je maakt bij een practicum van scheikunde.
A
instrueren
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg
De aantekeningen die je maakt bij een practicum van scheikunde.
Tekstdoel = informeren, want
  • Je maakt aantekeningen, zodat je die later kunt nalezen. Misschien wil je er later mee leren en dan moet je de informatie opschrijven die belangrijk is.    

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Een vlog over het dagelijks leven van een BN'er.
A
beschouwen
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg
Een vlog over het dagelijks leven van een BN'er. 
Tekstdoel = amuseren, want
  • De vlog gaat over het dagelijks leven van een persoon. Je bekijkt die vlog, omdat je geïnteresseerd bent in die persoon. Lezen over zijn/haar leven amuseert jou.  

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

#zwartepietendiscussie op Twitter
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg
#zwartepietendiscussie op Twitter
Tekstdoel = overtuigen, want
  • Het medium is Twitter en daar worden veel meningen gegeven. Die meningen willen je overtuigen.  

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

de huis-aan-huisfolder van Amnesty International
A
activeren
B
beschouwen
C
instrueren
D
overtuigen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg
de huis-aan-huisfolder van Amnesty International
Tekstdoel = activeren, want
  • Een huis-aan-huisfolder wordt gemaakt om nieuwe mensen lid te laten worden bij Amnesty. Het doel is daarom dat mensen lid worden en dat hoort bij 'activeren'.   

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Een brochure van de overheid over de voor- en nadelen van zonnepanelen
A
instrueren
B
beschouwen
C
activeren
D
overtuigen

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg
Een brochure van de overheid over de voor- en nadelen van zonnepanelen
Tekstdoel = beschouwen, want
  • Er worden zowel voor- als nadelen gegeven. Het is de bedoeling dat je zelf een mening vormt over het onderwerp zonnepanelen.  

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Een boek met doe-het-zelf-klusjes.
A
activeren
B
beschouwen
C
instrueren
D
overtuigen

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg
Een boek met doe-het-zelf-klusjes.
Tekstdoel = instrueren, want
  • Met doe-het-zelf-klusjes leer je vermoedelijk hoe je iets zelf moet doen met aanwijzingen. 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

timer
2:00
Amuseren
Activeren
Overtuigen
je vermaken
Proberen iemand iets te laten doen of juist niet

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Klap je laptop dicht.
Pak erbij: 
map/schrift
pen

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Schrijf de antwoorden in je schrift. Samenwerken mag. 
Maak eerst opdracht 6, dan 1. 
timer
12:00

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

3 tekstsoorten
  • Verhalende tekst
  • Informerende tekst
  • Waarderende tekst


Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Verhalende tekst
De schrijver van een verhalende tekst wil je met zijn verhaal vermaken of tot nadenken aanzetten. 

  • Voorbeelden: roman, sprookje, sciencefiction

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Informerende tekst
In informerende teksten gaat het om feiten, om wat er echt gebeurd is.

  • Voorbeelden: krantenbericht, schoolboek, recept

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Waarderende tekst
In waarderende teksten gaan de belangrijkste vragen over de mening van een schrijver. Hij kan proberen je te overtuigen of je moet zelf een mening formuleren.

  • Voorbeelden: boekrecensie, discussie, debat, betoog

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
1. Tekstsoorten: waarderende, informerende en verhalende.
2. Tekstdoelen: beschouwen, overtuigen, informeren, instrueren, activeren en amuseren.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk: 
Gebruik Handboek pagina 52.
Maak uit het oefenboek opdracht 5 en 6 op pagina 11.

Slide 49 - Slide

This item has no instructions