Stel jezelf in het Engels voor en vertel over jezelf. Gebruik minimaal 40 woorden. Vertel over:
- Je naam, leeftijd en woonplaats
- Je familie (personen en namen)
- Je vrienden (namen, en vertel 1 ding over ze)
- Je hobby’s (wat je graag doet in je vrije tijd)
- Je sport (wat je doet)
OF:
Je gaat oefenen voor de toets, dit kan je via het boek of online doen.