Exercice 6 – de tekst begrijpen
1 a Romain houdt van voetbal kijken op tv.
b Clémence houdt van mooie kleren.
c Ousmane houdt van muziek.
d Aurélie zit bij Clémence in de klas.
2 Clémence zegt: Salut ! Je m’appelle Clémence Gautier.
Ousmane zegt: Bonjour ! Je suis Ousmane.
3 Het nummer staat voor de straatnaam.
4 a vrai b faux
c vrai d faux
5 Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.
De wijk van Romain, Clémence, Ousmane en Aurélie is erg mooi.
6 B
7 Parken, sportvelden, de school.
8 Ik ben / Frankrijk is