Basisstof 4: De celkern

Noem een verschil tussen een plantaardige cel en
een dierlijke cel.
1 / 15
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Noem een verschil tussen een plantaardige cel en
een dierlijke cel.

Slide 1 - Open question

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 2 - Quiz

Welke cel heeft een celwand? De plantaardige cel of de dierlijke cel?
A
De dierlijke cel
B
De plantaardige cel
C
De dierlijke cel en de plantaardige cel
D
geen van beide

Slide 3 - Quiz

Wat kun je al zeggen over de celkern?

Slide 4 - Mind map

Basisstof 4: De celkern

Slide 5 - Slide

Wat moet je kunnen?
  • Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
  • Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 6 - Slide

chromosomen
In de celkern liggen chromosomen.

chromosomen
Gemaakt van de stof DNA.

Elke celkern in lichaamscellen bevat 46 chromosomen. 







Slide 7 - Slide

Lichaamscellen
De cellen in je lichaam heten lichaamscellen. Menselijke lichaamscellen hebben 46 chromosomen. 
Bij andere organismen kan het aantal chromosomen in de lichaamscellen anders zijn.

Slide 8 - Slide

Bouw DNA




Chromosomen zijn gemaakt van DNA
DNA bestaat uit verschillende basen die in elkaar passen
Bij elkaar passende basen heten basenparen

Slide 9 - Slide

Functie DNA
  • De code die in het DNA staat, is je blauwdruk
  • De code verteld het lichaam hoe je er uit ziet
  • Bijvoorbeeld oogkleur
  • Dit noemen we erfelijke eigenschappen

Slide 10 - Slide

Erfelijke eigenschappen

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Maken Thema 2 basisstof 4
opdrachten - 1 t/m 9

Klaar? --> bij mij laten zien / verbeteren
Begrippen in schrift met betekenis.

Dit is volgende les af!

Slide 12 - Slide

Een chromosoom
A
Is een lange sliert in het cytoplasma
B
Is een lange sliert in de celkern
C
Bevat 1 gen
D
Bevat meerdere genen

Slide 13 - Quiz

DNA is
A
een gen
B
de stof waar een chromosoom van gemaakt is
C
een virus
D
lokaal in het rooster

Slide 14 - Quiz

Wat zijn erfelijke eigenschappen?

Slide 15 - Open question