What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling onderwerp en pv
Herhaling onderwerp
Onderwerp
= het zinsdeel waarover in de zin iets gezegd wordt
afspraak: we markeren dit steeds in de zin
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Lager onderwijs
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling onderwerp
Onderwerp
= het zinsdeel waarover in de zin iets gezegd wordt
afspraak: we markeren dit steeds in de zin
Slide 1 - Slide
Wat is het onderwerp in deze zin?
Yanis praat teveel in de les.
A
Yanis
B
praat
C
teveel
D
in de les
Slide 2 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin?
Yanis en Dagmar praten teveel in de les.
A
Yanis en Dagmar
B
praten
C
teveel
D
in de les
Slide 3 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin?
Yanis, die al een opmerking kreeg, praat teveel in de les.
A
Yanis, die al een opmerking kreeg
B
praat
C
teveel
D
in de les
Slide 4 - Quiz
Het onderwerp kan in het enkelvoud of het meervoud staan
Het onderwerp kan in de eerste, tweede of derde persoon staan
Slide 5 - Slide
Het onderwerp steeds vooraan schrijven is makkelijk maar saai.
Het eerste zinsdeel krijgt de nadruk
Jullie
hebben morgen een toets.
Morgen hebben
jullie
een toets
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
de persoonsvorm
Slide 8 - Mind map
Herhaling: de persoonsvorm
De persoonsvorm of pv
= wat je onderwerp doet of is
tip: alles wat voor de pv staat altijd één zinsdeel is, maar daarom niet het o
afspraak: we omcirkelen dit steeds in de zin
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Wat is de PV in de volgende zin?
We moeten goed kunnen opletten.
Slide 11 - Open question
Wat is de PV in de volgende zin?
Als het regent doe je best een jas aan.
Slide 12 - Open question
Wat is de PV in de volgende zin?
Gisteren gingen we naar de zoo.
Slide 13 - Open question
Wat is het Onderwerp van de volgende zin?
De derde graad werkt hard tijdens contractwerk
Slide 14 - Open question
Wat is het Onderwerp van de volgende zin?
Wie groen scoort gaat meteen naar de oefeningen.
Slide 15 - Open question
Wat is het onderwerp in volgende zin?
Robin en Renske maakten gisteren cupcakes voor in de klas.
A
cupcakes
B
gisteren
C
Robin en Renske
D
maakten
Slide 16 - Quiz
Wat is het onderwerp in volgende zin?
Malin en Frances gingen met Kristof snoepjes eten in de Deugeniet.
A
Malin
B
Frances
C
Malin en Frances
D
gingen
Slide 17 - Quiz
Wat is de PV in de volgende zin?
Barbie zorgt ervoor dat Ken een auto heeft.
A
zorgt
B
Ken
C
Barbie
D
heeft
Slide 18 - Quiz
Wat is de PV in de volgende zin?
Sporters zijn vaak heel sterk en gezond.
A
sporters
B
vaak
C
heel sterk en gezond
D
zijn
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
Herhaling onderwerp en pv
September 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Zinsontleding
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
SCC M10 L3 Voorwerpen en herhaling (zinsleer_DIFFERENTIATIE)
July 2023
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoorden vervoegen
March 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2A - herhaling zinsontleding
September 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
herhaling zinsleer
November 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC D1 L5 zinsleer (herhaling)
August 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Secundair onderwijs