Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Deze week
Uitleg H5 Leren en het brein deel 1
Zelf werken
Checkvraag
Uitleg H5 leren en het brein deel 2
Checkvraag
Zelf werken
Introductie eindopdracht
Werken aan de eindopdracht
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Associatief leren
Je leert stukje bij beetje, stapsgewijs
Informatie wordt niet als aparte stukjes opgeslagen maar gelinkt aan eerdere herinneringen
Combinatie van informatie van verschillende zintuigen
Zo vorm je een steeds completer, gelinkt beeld van de werkelijkheid
Iets dat aansluit bij wat je al weet is dus makkelijker te leren
Zo leer je dit hoofdstuk beter, omdat het aansluit bij de vorige
Dit principe is dus belangrijk voor onderwijs
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Zelf werken
Start maken H5
Slide 10 - Slide
Hoe kun je de resultaten van de onderzoeken van Lashley en Penfield koppelen aan de theorie over associatief leren?
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Route opslaan info
1: Info komt binnen in cortex
2: Thalamus filtert info
3: Amygdala koppelt emotie aan info
4: Hippocampus slaat info op (korte termijn)
5: Hippocampus heractiveren zorgt voor opslag in cortex (langetermijn)
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Waar liggen herinneringen opgeslagen voor de korte termijn?
A
in de hippocampus
B
in het voorste deel van de cortex
C
in het acterste deel van de cortex
D
in de hele cortex
Slide 26 - Quiz
Waar liggen herinneringen opgeslagen voor de lange termijn?
A
in de hippocampus
B
in het voorste deel van de cortex
C
in het acterste deel van de cortex
D
in de hele cortex
Slide 27 - Quiz
Leg in detail uit waardoor herhaling van stof bijdraagt aan het opslaan van informatie in het langetermijngeheugen. Gebruik de termen hippocampus en neocortex in je antwoord.