werkwoordspelling9

werkwoordspelling - VT 
Je hebt de theorie van werkwoordspelling bestudeerd. In deze LessonUp maak je nu alle opdrachten, waarbij je de spelling in de VERLEDEN TIJD toepast.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1-3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

werkwoordspelling - VT 
Je hebt de theorie van werkwoordspelling bestudeerd. In deze LessonUp maak je nu alle opdrachten, waarbij je de spelling in de VERLEDEN TIJD toepast.

Slide 1 - Slide

Iedereen (praten, vt) door elkaar.

Slide 2 - Open question

Deze chauffeur (rijden, vt) altijd om.

Slide 3 - Open question

Nur (appen, vt) snel haar moeder.

Slide 4 - Open question

Mijn oom (barbecuen, vt) iedere zaterdag.

Slide 5 - Open question

Hij (pitchen, vt) een geweldige presentatie.

Slide 6 - Open question

Toen het bliksemde, (donderen) het ook vaak.

Slide 7 - Open question

Alle buren (bonken, vt) op de muren.

Slide 8 - Open question

Die docent (ontwikkelen, vt) zelf zijn toetsen.

Slide 9 - Open question

De rapper (freestylen, vt) tot het feest was afgelopen.

Slide 10 - Open question

Met een 10 voor taal (belonen, vt) hij zichzelf voor al het oefenen.

Slide 11 - Open question

De beroepsdemonstrant (wraken, vt) de rechtbank.

Slide 12 - Open question

Ze (klonen, vt) kalfsvlees in China.

Slide 13 - Open question

Wij (partycrashen, vt) vroeger ieder feest in de buurt.

Slide 14 - Open question

Ik (racen, vt) zo snel als ik kon naar school.

Slide 15 - Open question