voltooid deelwoord en voltooid deelwoord bijvoeglijk spelling blok 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, g
• Leerjaar 2

In welke zin is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt?

1. De brief is geschreven
2. De geschreven brief
3. Hij schrijft snel een brief
4. De blauwe brief ligt op de tafel

Het huis is afgebrand.

Het             huis?

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.

1. afgebrandt
2. afgebrand
3. afgebrandde
4. afgebrande

Wat is een voltooid deelwoord?

1. Werkwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Lidwoord
4. Persoonsvorm

Wat zijn voltooide deelwoorden?

1. schrijven
2. gedacht
3. overkomen
4. verteld

Een voltooid deelwoord ...

1. staat altijd aan het begin van een zin
2. staat vaak in het midden van een zin
3. staat meestal aan het eind van een zin

Wat is geen voltooid deelwoord?

1. geslapen
2. geweest
3. blijven
4. gegeten

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verknippen) De ... broek

1. verknipte
2. verknipten
3. verkniptte
4. verknipt

Wat is een voltooid deelwoord?

1. bedoelt
2. bedoeld
3. zeg
4. sprak

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(vergeten) De ... groente

1. vergeette
2. vergeten
3. vergeet
4. vergete

Voltooid deelwoord of bijvoeglijk naamwoord?

De hond werd UITGELATEN.

1. voltooid deelwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. geen van beiden

Wat is een voltooid deelwoord?

1. Werkwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Lidwoord
4. Persoonsvorm

Wat is het voltooid deelwoord?

1. loop
2. liep
3. gelopen

Als je een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt, schrijf je het woord ...

1. zo lang mogelijk
2. zo kort en eenvoudig mogelijk
3. als ik-vorm + te/de
4. hetzelfde als in de verleden tijd

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Welke is juist gespeld?

1. De verlote prijs
2. De verlootte prijs

wat is een voltooid deelwoord

1. en werkwoord in de verleden tijd
2. een voltooid woord
3. een woord dat aangeeft dat iets klaar is, dat begint met ge- be- her- ver- er- of ont-
4. een werkwoord in de tegenwoordige tijd

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(ontbloten) Het … lijf

1. ontblootte
2. ontblote

Een voltooid deelwoord ...

1. staat altijd aan het begin van een zin
2. staat vaak in het midden van een zin
3. staat meestal aan het eind van een zin

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je ...

1. Zo lang mogelijk
2. Zo kort mogelijk

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verbranden) De … neus

1. verbrandde
2. verbrande

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verslijten) De ... broek

1. verslijte
2. versleten
3. verslijten
4. verslete

Wat is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?
botsen

1. bebotst
2. gebotst
3. beboste
4. gebotste

Wat is geen voltooid deelwoord?

1. geslapen
2. geweest
3. blijven
4. gegeten

Welke vuistregel gebruik je als het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord is?

1. Dan gebruik je 'T KoFSCHiP X.
2. Dan schrijf je het woord op zoals je het hoort.
3. Dan schrijf je het voltooid deelwoord zo kort mogelijk.
4. Dan maak je het woord langer.