les 12 thema 2 km2b (do 31 mrt)

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom

Mobiel uitzetten en in de tas doen.

Rustig op je eigen plek gaan zitten.

Je                                  op tafel leggen.

Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.

Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar. 

   Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.

schrift en etui

Anders ben je te 

laat in deze les!

Deze les

LAATSTE LES VOOR DE TOETS.

-Terugblik doelen vorige week.   

-Voorbereiden op de toets.
-Opdrachten maken

-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd? 

Vorige (les)week

Huiswerk af? (Controle). 

Afsluiting vraag  ???   bespreken we klassikaal.

 

Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks nog even om uitleg.

De leerdoelen voor deze week: 

-Alle leerdoelen van thema 2 “Voeding en vertering”.

Bestudeer alles nog een keer.

Maak eerst alles af wat nog niet af is.

Neem alles nog een keer door en leer het. (gebruik ook de samenvatting bij de afsluiting).

Kijk of je het allemaal al weet door het maken van de afsluiting.

Oefen met wat je nog niet weet (lessonup, biologiepagina.nl etc)

Leerdoelen:

-Alle leerdoelen van thema 2 “Voeding en vertering”.

Kun je bereiken door:

-Alles te maken wat nog niet af is.

-Alles van dit thema nog een keer door te nemen en te leren.

-Uitleg te vragen over wat je nog niet snapt.

-De afsluiting te maken.

Eerst 10 minuten zelf in stilte,

daarna mag je overleggen. 

De laatste 15 minuten doen we nog 21 vragen via lessonup. 

Laat je Lessonup tabblad dus openstaan.

Afsluiting.

Samenvatten van deze les door 21 lessonup vragen. 

Waar in het spijsverteringskanaal treden peristaltische bewegingen op?

1. alleen in de slokdarm
2. alleen in de slokdarm en de dikke darm
3. alleen in de slokdarm, de dunne darm en de dikke darm
4. in het hele spijsverteringskanaal

Sleep de namen van de organen naar de juiste plaats.

alvleesklier

slokdarm

galblaas

twaalfvingerige darm

maagportier

lever

galbuis

maag

Welke organen in de afbeelding hiernaast produceren verteringsenzymen?

1. orgaan 1 en 6
2. orgaan 2 en 5
3. orgaan 2 en 3
4. orgaan 5 en 6

De juiste volgorde van de onderdelen van het darmkanaal is:

1. twaalfvingerige darm – dunne darm – blinde darm – dikke darm – endeldarm
2. dunne darm – twaalfvingerige darm – blinde darm – dikke darm – endeldarm
3. twaalfvingerige darm – blinde darm – dunne darm – endeldarm – dikke darm
4. twaalfvingerige darm – dunne darm – dikke darm – blinde darm – endeldarm

Waar worden de meeste opgeloste voedingsstoffen opgenomen in het bloed?

1. in de dikke darm
2. in de dunne darm
3. in de endeldarm
4. in de maag

De afbeelding hiernaast geeft een dwars-

doorsnede van de buikholte van de mens
weer. Enkele organen zijn getekend. 

Welk nummer geeft het orgaan aan waar

gal tijdelijk wordt opgeslagen?

1. nummer 1
2. nummer 2
3. nummer 3
4. nummer 4

In de afbeelding hiernaast is het spijsverteringsstelsel

schematisch getekend. Een aantal organen van

het spijsverteringsstelsel zijn aangeduid met nummers. 

In welk deel kunnen onverteerde resten
tijdelijk worden opgeslagen? 

1. in deel 4
2. in deel 5
3. in deel 6
4. in deel 7

In welk orgaan bevinden zich de darmvlokken?

1. in de slokdarm
2. in de maag
3. in de dunne darm
4. in de dikke darm

In  de afbeelding staat een doorsnede van een
menselijk hoofd weergegeven. Het strotklepje wordt aangeduid met een nummer. 

Door welk nummer wordt het
strotklepje aangegeven? Is de stand van het strotklepje getekend tijdens het slikken of tijdens het ademhalen?

1. strotklepje aangeduid met 1, getekend tijdens het slikken
2. strotklepje aangeduid met 1, getekend tijdens het ademhalen
3. strotklepje aangeduid met 2, getekend tijdens het slikken
4. strotklepje aangeduid met 2, getekend tijdens het ademhalen

Tussen welke twee organen zit de maagportier?

1. tussen de slokdarm en de maag
2. tussen de maag en de twaalfvingerige darm
3. tussen de maag en de lever
4. tussen de maag en de galblaas

Hieronder worden enkele processen genoemd, die plaatsvinden in het spijsverteringsstelsel van de mens:

1. Productie van enzymen door darmsapklieren.

2. Opname van opgeloste voedingsstoffen in het bloed.

3. Opname van zouten in het bloed.

Welk van deze processen vindt of welke vinden plaats in de dunne darm?

1. alleen 2
2. alleen 1 en 2
3. alleen 2 en 3
4. 1, 2 en 3

Hieronder worden vier beweringen gedaan over de dikke darm in het lichaam van de mens. Slechts één bewering is juist.
Welke van de onderstaande beweringen over de dikke darm is juist?

1. in de dikke darm begint het emulgeren van vetten
2. in de dikke darm begint het verteren van koolhydraten
3. door de wand van de dikke darm wordt water in het bloed opgenomen
4. door de wand van de dikke darm worden verteringsenzymen gevormd

In welk deel van het spijsverteringsstelsel komt gal voor het eerst in aanraking met het te verteren voedsel?

1. in de lever
2. in de galblaas
3. in de twaalfvingerige darm
4. in de dunne darm

De afbeelding geeft schematisch een lengte-doorsnede weer van een deel van de slokdarm van de mens. In de slokdarm bevindt zich voedsel.

Zijn bij P de kringspieren van de slokdarm samengetrokken? Wordt het voedsel bewogen in richting 1 of in richting 2?

1. kringspieren zijn samengetrokken bij P, voedsel wordt bewogen in de richting van pijl 1
2. kringspieren zijn samengetrokken bij P, voedsel wordt bewogen in de richting van pijl 2
3. kringspieren zijn ontspannen bij P, voedsel wordt bewogen in de richting van pijl 1
4. kringspieren zijn ontspannen bij P, voedsel wordt bewogen in de richting van pijl 2

Bevat de wand van de slokdarm spieren?
En bevat de wand van de slokdarm cellen die verteringsenzymen maken?

1. alleen spieren
2. alleen cellen de verteringsenzymen maken
3. zowel spieren als cellen die verteringsenzymen maken

Voorbeelden van Koolhydraten zijn:

1. Zetmeel en Glucose
2. Glucose en Zout
3. Zetmeel en Zout
4. Zetmeel, glucose en zout

Wat voor soort voedingsstoffen heb je nodig om nieuwe cellen te kunnen maken?

1. Beschermende stoffen
2. Reservestoffen
3. Brandstoffen
4. Bouwstoffen

Voedingsvezels zitten vooral in:

1. Dierlijke voedingsmiddelen
2. Plantaardige voedingsmiddelen
3. Beide evenveel

Is kaas een dierlijk of plantaardig voedingsmiddel?

1. Dierlijk voedingsmiddel
2. Plantaardig voedingsmiddel

Ijzer, kalk en zout zijn voorbeelden van:

1. Koolhydraten
2. Vetten
3. Mineralen
4. Eiwitten

Sommige voedingsmiddelen staan niet in de schijf van vijf.
Waarom niet?

1. Andere voedingsmiddelen kun je makkelijker krijgen in de winkel
2. Deze voedingsmiddelen gebruiken we niet in hier in het westen
3. Deze voedingsmiddelen zijn hoe dan ook niet gezond
4. Die zijn ze vergeten in de schijf van vijf te zetten

Extra uitleg nodig?        Meer weten?

Herhaling/extra uitleg

Biologiepagina uitleg

Biologiepagina oefenen

Snapput thema 2 (5 video's)

Klokhuis: enzymen

Biobits spijsvertering

Voedselbederf

Planten-, vlees- en alleseters

Hoe ontstaat een scheet

Meer weten?

Voedingscentrum (website)

Eetstoornissen (video)
Er was eens "spijsvert...."(tekenfilm)

Er was eens "gebit" (tekenfilm)

Obesitas (website)

vegetariërsbond (website)

Zondag met Lubach (over vlees en het milieu (15 minuten))

Kweekvlees (video)

E-nummers

Ver genoeg gekomen met de opdrachten?
Zo niet; genoteerd wat je thuis gaat doen?  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.