Proefwerk Th2 Verteringsstelsel 2MAVO

Waar in het spijsverteringskanaal treden peristaltische bewegingen op?
A
alleen in de slokdarm
B
alleen in de slokdarm en de dikke darm
C
alleen in de slokdarm, de dunne darm en de dikke darm
D
in het hele spijsverteringskanaal
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Waar in het spijsverteringskanaal treden peristaltische bewegingen op?
A
alleen in de slokdarm
B
alleen in de slokdarm en de dikke darm
C
alleen in de slokdarm, de dunne darm en de dikke darm
D
in het hele spijsverteringskanaal

Slide 1 - Quiz

Welke van de bovenstaande gebeurtenissen vindt of vinden plaats in de maag?

In het spijsverteringskanaal van de mens gebeurt onder andere het volgende:
1. Er wordt eiwit verteerd.
2. Er wordt zoutzuur afgescheiden.
3. Er vinden peristaltische bewegingen plaats.

A
alleen 1
B
alleen 1 en 2
C
alleen 2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 2 - Quiz

Sleep de namen van de organen naar de juiste plaats.
alvleesklier
slokdarm
galblaas
twaalfvingerige darm
maagportier
lever
galbuis
maag

Slide 3 - Drag question

Welke organen in de afbeelding hiernaast produceren verteringsenzymen?
A
orgaan 1 en 6
B
orgaan 2 en 5
C
orgaan 2 en 3
D
orgaan 5 en 6

Slide 4 - Quiz

De juiste volgorde van de onderdelen van het darmkanaal is:
A
twaalfvingerige darm – dunne darm – blinde darm – dikke darm – endeldarm
B
dunne darm – twaalfvingerige darm – blinde darm – dikke darm – endeldarm
C
twaalfvingerige darm – blinde darm – dunne darm – endeldarm – dikke darm
D
twaalfvingerige darm – dunne darm – dikke darm – blinde darm – endeldarm

Slide 5 - Quiz

Waar worden de meeste opgeloste voedingsstoffen opgenomen in het bloed?
A
in de dikke darm
B
in de dunne darm
C
in de endeldarm
D
in de maag

Slide 6 - Quiz



De afbeelding hiernaast geeft een dwars-
doorsnede van de buikholte van de mens weer. Enkele organen zijn getekend. 
Welk nummer geeft het orgaan aan waar
gal tijdelijk wordt opgeslagen?

A
nummer 1
B
nummer 2
C
nummer 3
D
nummer 4

Slide 7 - Quiz


In de afbeelding hiernaast is het spijsverteringsstelsel
schematisch getekend. Een aantal organen van
het spijsverteringsstelsel zijn aangeduid met nummers. 
In welk deel kunnen onverteerde resten
tijdelijk worden opgeslagen? 



A
in deel 4
B
in deel 5
C
in deel 6
D
in deel 7

Slide 8 - Quiz

In welk orgaan bevinden zich de darmvlokken?

A
in de slokdarm
B
in de maag
C
in de dunne darm
D
in de dikke darm

Slide 9 - Quiz


dIn de afbeelding hiernaast is het spijs-verteringsstelsel
schematisch getekend. Een aantal organen van het spijsverterings-stelsel zijn aangeduid met nummers. 
Welk deel is ontstoken bij een blindedarm-ontsteking?
A
deel 5
B
deel 6
C
deel 7
D
deel 10

Slide 10 - Quiz

Tussen welke twee organen zit de maagportier?
A
tussen de slokdarm en de maag
B
tussen de maag en de twaalfvingerige darm
C
tussen de maag en de lever
D
tussen de maag en de galblaas

Slide 11 - Quiz

Welke voedingsstoffen in het voedsel kunnen verteerd worden door alvleessap?
A
alleen zetmeel
B
alleen vetten
C
alleen eiwitten en zetmeel
D
eiwitten, zetmeel en vetten

Slide 12 - Quiz


Hieronder worden enkele processen genoemd, die plaatsvinden in het spijsverteringsstelsel van de mens:
1. Productie van enzymen door darmsapklieren.
2. Opname van opgeloste voedingsstoffen in het bloed.
3. Opname van zouten in het bloed.

Welk van deze processen vindt of welke vinden plaats in de dunne darm?
A
alleen 2
B
alleen 1 en 2
C
alleen 2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 13 - Quiz

Hieronder worden vier beweringen gedaan over de dikke darm in het lichaam van de mens. Slechts één bewering is juist.
Welke van de onderstaande beweringen over de dikke darm is juist?
A
in de dikke darm begint het emulgeren van vetten
B
in de dikke darm begint het verteren van koolhydraten
C
door de wand van de dikke darm wordt water in het bloed opgenomen
D
door de wand van de dikke darm worden verteringsenzymen gevormd

Slide 14 - Quiz

Iemand eet een boterham.
Van welke voedingsstof begint de vertering door verteringsenzymen al tijdens het kauwen?

A
van zetmeel
B
van eiwitten
C
van vetten
D
van glucose

Slide 15 - Quiz

In welk deel van het spijsverteringsstelsel komt gal voor het eerst in aanraking met het te verteren voedsel?
A
in de lever
B
in de galblaas
C
in de twaalfvingerige darm
D
in de dunne darm

Slide 16 - Quiz


De afbeelding geeft schematisch een lengte-doorsnede weer van een deel van de slokdarm van de mens. In de slokdarm bevindt zich voedsel.
Zijn bij P de kringspieren van de slokdarm samengetrokken? Wordt het voedsel bewogen in richting 1 of in richting 2?

A
kringspieren zijn samengetrokken bij P, voedsel wordt bewogen in de richting van pijl 1
B
kringspieren zijn samengetrokken bij P, voedsel wordt bewogen in de richting van pijl 2
C
kringspieren zijn ontspannen bij P, voedsel wordt bewogen in de richting van pijl 1
D
kringspieren zijn ontspannen bij P, voedsel wordt bewogen in de richting van pijl 2

Slide 17 - Quiz

Bevat de wand van de slokdarm spieren?
En bevat de wand van de slokdarm cellen die verteringsenzymen maken?
A
alleen spieren
B
alleen cellen de verteringsenzymen maken
C
zowel spieren als cellen die verteringsenzymen maken

Slide 18 - Quiz