What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Tijd, manier, plaats
Herhaling zinsbouw
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling zinsbouw
Slide 1 - Slide
Volgorde in de zin
In deze les kun je
zelfstandig
oefenen met de juiste woordvolgorde in een Nederlandse zin.
Er is een andere les waarin je de zinsvolgorde in samengestelde (langere) zinnen kunt oefenen.
Slide 2 - Slide
1
Slide 3 - Video
02:57
Ik ben gisteren met de auto naar huis gereden. Wat is "de rest" in deze zin?
A
met de auto
B
gisteren
C
naar huis
D
gisteren met de autro naar huis
Slide 4 - Quiz
Wat is de goede woordvolgorde in een normale zin?
tweede werkwoord
1
2
3
4
de rest
onderwerp
persoonsvorm
Slide 5 - Drag question
Wat is de goede woordvolgorde in een normale zin?
leren
1
2
3
4
Nederlands
Zij
wil
Slide 6 - Drag question
De woordvolgorde van de rest van de zin.
De woordvolgorde in
de rest
van de zin.
Het meeste gebruik je:
tijd
-
manier
-
plaats
.
Ik ben
gisteren
met de auto
naar huis
gereden.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Woordvolgorde
Schrijf de woorden in de juiste volgorde.
Denk eraan: het woord met de HOOFDLETTER is het eerste woord van de zin.
Slide 9 - Slide
begint-De les-negen-uur-om
Slide 10 - Open question
De les begint om 9 uur
Slide 11 - Slide
geslapen-Ik-tien-uur-heb-tot
Slide 12 - Open question
Ik heb tot 10 uur geslapen.
Slide 13 - Slide
Gisteren - ik - gekocht - heb - een Nederlands woordenboek
Slide 14 - Open question
Gisteren heb ik een Nederlands woordenboek gekocht.
Slide 15 - Slide
Zullen - gaan - we - volgende week vrijdag - naar het zwembad?
Slide 16 - Open question
Zullen we volgende week vrijdag naar het zwembad gaan?
Slide 17 - Slide
je - Ben - geweest - in Amsterdam - wel eens?
Slide 18 - Open question
Ben je wel eens in Amsterdam geweest?
Slide 19 - Slide
ben-jij-op-school-niet-Waarom?
Slide 20 - Open question
Waarom ben je niet op school?
Slide 21 - Slide
Staan de woorden in deze zin op de goede plaats?
Bijna elke dag ze gaan naar het buurthuis.
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quiz
Staan de woorden in deze zin op de goede plaats?
In de bibliotheek lezen ze een boek.
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quiz
Staan de woorden in deze zin op de goede plaats?
Dichtbij hun huis is een bioscoop.
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quiz
Staan de woorden in deze zin op de goede plaats?
Dan ze gezellig praten met anderen.
A
ja
B
nee
Slide 25 - Quiz
In welke zin staan de woorden op de goede plaats?
A
Ik ga morgen toe naar school.
B
Ik morgen ga naar school toe.
C
Ik ga morgen naar school toe.
D
Ik ga naar school morgen toe.
Slide 26 - Quiz
Waar staan de woorden NIET op de goede plaats?
A
Hebben jullie morgen geen huiswerk?
B
Morgen hebben jullie geen huiswerk.
C
Jullie morgen hebben geen huiswerk.
D
Jullie hebben geen huiswerk morgen.
Slide 27 - Quiz
Hoe goed ging deze les bij jou?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 28 - Poll
Wil je meer oefenen met woordvolgorde? Doe de les over samengestelde zinnen.
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Tijd, manier, plaats
June 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
woordvolgorde in het Nederlands
November 2022
- Lesson with
21 slides
NT2
Beroepsopleiding
woordvolgorde in het Nederlands
September 2024
- Lesson with
21 slides
NT2
Beroepsopleiding
woordvolgorde in het Nederlands
6 days ago
- Lesson with
21 slides
NT2
Beroepsopleiding
Tijd, manier, plaats
12 days ago
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Tijd, manier, plaats
October 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Goede zin - Tijd, manier, plaats -studieles
August 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
woordvolgorde in het Nederlands
September 2024
- Lesson with
36 slides
NT2
Beroepsopleiding