Kennistoets Nederland na 1945

Nederland na 1945


Wat weet je al?
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Nederland na 1945


Wat weet je al?

Slide 1 - Slide

Hoe heet de periode van 1945 tot ca. 1960 waarin de Nederlandse industrie, infrastructuur en economie werd hersteld

Slide 2 - Open question

Waarom deed Nederland mee aan het Marshallhulpprogramma en de NAVO?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Uit angst voor de SU
B
Om nieuwe oorlogen te voorkomen
C
Omdat de neutraliteitspolitiek mislukt was
D
Om Nederland snel te laten herstellen

Slide 3 - Quiz

Juist / onjuist?
Nederland was vlak (!) na de Tweede Wereldoorlog een verzuilde samenleving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Deze afbeelding past bij
A
secularisatie
B
individualisering
C
verzuiling
D
ontzuiling

Slide 5 - Quiz

Hoe dachten hippies over de consumptiemaatschappij?
A
Ze wilden dat iedereen eraan meedeed
B
Hier moesten zij niks van hebben
C
Door de consumptiemaatschappij konden zij meer drugs gebruiken
D
Consumptiemaatschappij? Doe mij maar wat lsd...

Slide 6 - Quiz

De tweede feministische golf zette zich in voor kiesrecht voor vrouwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz


Welk begrip wordt bedoeld?
A
ontzuiling
B
vrouwenkiesrecht
C
VvVK
D
Tweede Feministische Golf

Slide 8 - Quiz

Welk begrip past het beste bij dit plaatje?
A
immigratie
B
pluriformiteit
C
jongerencultuur
D
tweede feministische golf

Slide 9 - Quiz

De ontzuiling in de jaren '60 werd vooral beïnvloed door de ....
A
Kerken
B
Televisie
C
Paus
D
Tweede Feministische Golf

Slide 10 - Quiz

Welke vier zuilen waren er in Nederland?

Slide 11 - Open question

Migratie in de tweede helft vd 20e eeuw: 
Jaren '50
Jaren '60
Jaren '70
Surinamers emigreren 
naar Nederland
Migratie vanuit Indonesië na onafhankelijkheid
Nederlanders emigreren naar Canada en Australië
De eerste gastarbeiders uit Zuid-Europa komen naar Nederland

Slide 12 - Drag question

Sleep de 4 gebeurtenissen in de juiste volgorde. Doe dit van hoog naar laag. Bovenaan de eerste gebeurtenis, onderaan de laatste.
1. Nederland verdient veel geld met de verkoop van gas
2. Nederland verandert in een verzorgingsstaat
3. Het is de tijd van de wederopbouw
4. De economie groeit door de lage lonen en het Marshallplan

Slide 13 - Drag question

Wat voor politieke partijen zaten in rooms-rode regeringen?
A
Katholiek en Sociaal-Democraten
B
Katholiek en Liberaal
C
Liberaal en Sociaal-Democraten
D
Socialisten en Liberalen

Slide 14 - Quiz

Juist / onjuist?
De rooms-rode regeringen vonden dat de overheid weinig invloed moest uitoefenen om de samenleving te veranderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Welke minister president is begonnen met de opbouw van de verzorgingsstaat?
A
Colijn
B
Drees
C
Mussert
D
Kuyper

Slide 16 - Quiz

Jaren '50
Jaren '60
consumptie
maatschappij
lage lonen
Tweede feministische golf
Hippies
Nozems
Zuinig leven

Slide 17 - Drag question

Hippies
Nozems
Vredelievend
Provo's
Jaren '50
meer inspraak
Jaren '60
Elvis Presley

Slide 18 - Drag question

Waar is AOW een afkorting van?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Algemene Ouderenwet
C
Anti-ouderenwet
D
Arbeiders Ouderdomswet

Slide 19 - Quiz

Welke minister president is begonnen met de opbouw van de verzorgingsstaat?
A
Colijn
B
Drees
C
Mussert
D
Kuyper

Slide 20 - Quiz

Mensen die naar Nederland komen om te werken noemen we ...

A
Grensarbeiders
B
Gastarbeiders
C
kolonisten
D
Arbeiders

Slide 21 - Quiz

In welk decennium kwamen veel gastarbeiders naar Nederland?
A
Jaren 1950
B
Jaren 1960
C
Jaren 1970
D
Jaren 2000

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van binnenkomst in Nederland?
A
Gastarbeiders, vluchtelingen, Indonesiers, Surinamers
B
Vluchtelingen, gastarbeiders, seizoensmigranten, Surinamers
C
Indonesiers, gastarbeiders, Surinamers, vluchtelingen
D
Gastarbeiders, Surinamers, vluchtelingen, seizoensmigranten.

Slide 23 - Quiz

Na WOII herstelde de verzuiling zich van voor de oorlog. Welke zuilen zijn er?
A
confessionelen, sociaaldemocraten en liberalen
B
katholieken, socialisten, communisten
C
socialisten, protestanten, katholieken, 'neutralen'
D
confessionelen en neutralen

Slide 24 - Quiz

De babyboomgeneratie bestaat uit de mensen die geboren zijn
A
tussen WOI en WOII
B
tussen 1945 en 1955
C
na 1960
D
na 2020

Slide 25 - Quiz

Een speerpunt van de jongerenbewegingen vanaf de jaren '60 was
A
inspraak op het beleid
B
seks alleen tijdens het huwelijk
C
meer kernwapens om sterker te staan tegen de SU
D
brommers en vetkuiven

Slide 26 - Quiz

De anticonceptiepil ('de pil') was verkrijgbaar in Nederland vanaf ...
A
Jaren '40
B
Jaren '50
C
Jaren '60
D
Jaren '70

Slide 27 - Quiz

Ook het poldermodel is een politiek instituut. Welke uitspraak past het beste bij het 'poldermodel'?
A
De meerderheid bepaalt
B
Iedereen wordt betrokken bij beslissingen
C
Vele handen maken licht werk
D
Besluiten worden langzaam genomen

Slide 28 - Quiz

Kenmerkend voor de politiek in de jaren '50 in Nederland was...
A
Polarisatie
B
Populisme
C
Verzuiling en poldermodel
D
Ontzuiling en Secularisatie

Slide 29 - Quiz

Welk begrip wordt hier omschreven?
Er gaan steeds minder mensen naar de kerk.
A
poldermodel
B
pluriforme samenleving
C
ontzuiling
D
secularisatie

Slide 30 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van de amerikanisering?
A
introductie rock&roll
B
fastfoodrestaurants
C
Hollywood films
D
ontzuiling

Slide 31 - Quiz

wat was een oorzaak van Amerikanisering?
A
de consumptiemaatschappij
B
de wederopbouw
C
de jongerencultuur
D
de marshallplan

Slide 32 - Quiz

Zet de juiste begrippen bij de bijbehorende categorieën
Economische ontwikkelingen
Demografische ontwikkelingen
Sociaal-culturele ontwikkelingen
geleide loonpolitiek
verzorgingsstaat
babyboom
dekolonisatie
handelingsonbekwaamheid vrouwen
jeugdcultuur

Slide 33 - Drag question

Voor welke zaak streden de Dolle Mina's niet?
A
gelijke beloningen bij gelijk werk
B
gelijke kansen bij gelijk werk
C
de afschaffing van het recht op abortus
D
verandering van het vaste rollenpatroon

Slide 34 - Quiz


Klik op de afbeelding om in te zoomen. Hieronder staan vijf beweringen over de bron:
De Dolle Mina’s
1 wilden dat mannen meer huishoudelijke taken gingen doen.
2 wilden dat vrouwen werden toegelaten op de universiteiten.
3 wilden de aandacht vestigen op de ongelijke rechten van man en vrouw.
4 wilden gelijk kiesrecht voor mannen en vrouwen.
5 wilden met hun acties de aandacht van de media trekken.
Welke twee beweringen passen bij de bron?
A
1 en 3
B
2 en 4
C
4 en 5
D
3 en 5

Slide 35 - Quiz

Welke jongerencultuur zie je hier?
A
Nozems
B
Rapcultuur
C
Hippies
D
Provo's

Slide 36 - Quiz

Welke
jongerencultuur
is dit?
A
Nozems
B
Provos
C
Hippies

Slide 37 - Quiz

In de jaren zestig ontstond er in Nederland een jongerencultuur. Waardoor ontstond deze
jongerencultuur?
A
Door de komst van gastarbeiders: autochtone jongeren wilden een eigen identiteit ontplooien.
B
Door het harmoniemodel: jongeren zochten naar duidelijke keuzes in plaats van compromissen.
C
Door de armoede na de oorlog: jongeren uit arme gezinnen zochten nieuwe vormen van vermaak.
D
Door de welvaart: jongeren kregen geld en vrije tijd om zich persoonlijk te ontwikkelen.

Slide 38 - Quiz

Welke
jongerencultuur
is dit?
A
Nozems
B
Provos
C
Hippies
D
Hipsters

Slide 39 - Quiz