Herhalingsles B1

Welkom
Telefoon in kluis of tas
Tassen van tafel 
Werkboek en laptop op tafel
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in kluis of tas
Tassen van tafel 
Werkboek en laptop op tafel

Slide 1 - Slide

Regels/Afspraken
  • Telefoon in de kluis of tassen -> zie ik je telefoon -> 16:00 ophalen bij de receptie
  • Niet eten in het lokaal, drinken mag wel (water) -> geen energydranken
  • Respectvol met elkaar omgaan
  • Niet schelden
  • Er wordt niet gestoeid/gevochten
  • We praten allemaal Nederlands
  • Luisteren naar elkaar

Slide 2 - Slide

Planning
  • Herhalen Thema 1: Planten en dieren
  • Vragen 
  • Baamboozle
  • Toets morgen

Slide 3 - Slide

leerdoelen BS1
1. Je kunt uitleggen wat een organisme is 

2. Je kunt de zeven levenskenmerken noemen

3. Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is. 

Slide 4 - Slide

Organisme

Een organisme is een levend wezen

We kunnen iets een organisme noemen als het alle 7 levenskenmerken heeft

Slide 5 - Slide

voeden
uitscheiden
ademhalen
Waarnemen en bewegen
voortplanten
Groeien 

Slide 6 - Slide

Dood, levend en levenloos
Levend = een organisme, heeft levenskenmerken.

Dood = een organisme wat geen levenskenmerken meer heeft.

Levenloos = iets wat nooit levenskenmerken heeft gehad.

Slide 7 - Slide

Oefentoets vraag
1. Een boon is levend juist/ onjuist
2. Een schimmel is levenloos juist/ onjuist
3. Water is dood juist/ onjuist
4. Blaadjes op de grond zijn dood juist/ onjuist

Slide 8 - Slide

leerdoelen BS 2
1. Je kunt omschrijven wat groei en ontwikkeling is

2. Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie

3. Je kunt de levenscyclus van een zaadplant beschrijven 

Slide 9 - Slide

Groei 
Groei: 
Het groter en zwaarder worden van een organisme
Alle organismen groeien!

Slide 10 - Slide

Ontwikkeling
Ontwikkeling = verandering in de bouw van een organisme

Slide 11 - Slide

Kennisvraag: zet de namen van de onderdelen van de bruine boon op de juiste plekken.
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Kiem
Navel

Slide 12 - Drag question

Levenscyclus tomatenplant
  1. kieming: voeding uit zaadlobben, worteltje als eerste naar buiten
  2. kiemplant: stengel en blaadjes  boven de grond
  3. volwassen plant: bloemen en zaden
kieming
1
kiemplant
2
volwassen plant
3

Slide 13 - Slide

Opdracht oefentoets
1 Bij pasgeboren konijnen gaan de oogjes open. Groei/ ontwikkeling
2 De lichaamslengte van een kalfje neemt toe. Groei/ ontwikkeling
3 Tanden en kiezen van honden worden gevormd. Groei/ ontwikkeling
4 Het gewicht van een kalfje neemt toe. Groei/ ontwikkeling
5 Bij jonge konijnen wordt vachthaar gevormd. Groei/ ontwikkeling
6 In de uier van koeien ontstaan melkblaasjes. Groei/ ontwikkeling

Slide 14 - Slide

Leerdoelen BS 3
  • Je kunt beschrijven wat metamorfose is 

  • Je kunt de levenscyclus van een koolwitje en van een kikker beschrijven

Slide 15 - Slide

Metamorfose/ gedaantewisseling
Het veranderen van de lichaamsbouw en de leefwijze van het dier (bij overgang naar volwassen fase).

Jonge dier  -> volwassen dier

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

De levenscyclus van een bruine kikker
Levenscyclus bestaat uit drie stadia:
- Ei 
- Kikkervisje
- Kikker

Slide 18 - Slide

Leerdoelen BS 4
  • Je kunt verschillende type ontwikkeling bij een mens beschrijven.

  • Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de leeftijden en kenmerken.

Slide 19 - Slide

Ontwikkeling bij mensen
3 typen ontwikkeling:
  1. Lichamelijke ontwikkeling: veranderingen in bouw van je lichaam
  2. Motorische ontwikkeling: leren van bewegingen
  3. Geestelijke ontwikkeling: ontwikkeling van verstand, gevoelsleven en persoonlijkheid


Slide 20 - Slide

Levensfasen mens

Slide 21 - Slide

Jasper wordt sterker.

Hoort dit bij lichamelijke, motorische of geestelijke ontwikkeling?


A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Motorische ontwikkeling

Slide 22 - Quiz

Iemand die begint met typ-les heeft vaak moeite met het aanslaan van de juiste toetsen. Na veel oefenen wordt het steeds makkelijker om de juiste toetsen te vinden.
Door welk soort ontwikkeling komt dat?
A
Motorische ontwikkeling  
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Lichamelijke ontwikkeling

Slide 23 - Quiz

Het leren omgaan met emoties en met gevoelens
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Motorische ontwikkeling

Slide 24 - Quiz

Leerdoelen BS 5
  • Je kunt uitleggen dat door fotosynthese voedsel ontstaat voor dieren en mensen
  • Je kunt de fotosynthese beschrijven
  • Je kunt uitleggen welke delen van de plant je kunt eten
  • Je kunt uitleggen dat veel brandstoffen en grondstoffen bestaan dankzij fotosynthese

Slide 25 - Slide

Fotosynthese 
Het proces waarbij een plant glucose maakt met behulp van energie uit licht.
+
+
zonlicht
water
koolstofdioxide
Glucose
+
Zuurstof

Slide 26 - Slide

Fotosynthese
Planten maken glucose: voedsel voor de plant.

Nodig: water, koolstofdioxide en licht

Opbrengst: glucose en  zuurstof

Belangrijk voor het leven op aarde!

Slide 27 - Slide

Water +  koolstofdioxide + zon (energie) → Zuurstof + Suikers (glucose)

1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

2: De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

3: In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elke gemengd met behulp van zonlicht.

4: Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Slide 28 - Slide

Waarom is fotosynthese belangrijk?

Slide 29 - Slide

Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen = brandstoffen gevormd uit dode organismen, ze worden gewonnen uit de bodem
  • - Steenkool
  • - Aardolie
  • - Aardgas
Energie uit zonlicht opgeslagen
in deze brandstoffen.

Slide 30 - Slide

Grondstoffen
De stoffen waarvan producten worden gemaakt. 
Ook afhankelijk van fotosynthese

Slide 31 - Slide

Planten leveren grondstoffen
Hout
Meubels 
en 
papier
katoen
Leer
Aardolie
Kunsstof

Slide 32 - Slide

Eetbare delen
 De meeste groenten die we eten zijn de bladeren van planten. Soms eten mensen ook de bloemen, stelen en wortels van planten.

Slide 33 - Slide

Wat eet je als je prei eet?

Slide 34 - Slide

Wat eet je bij witlof?

Slide 35 - Slide

Wat eet je bij radijs ?

Slide 36 - Slide

Leerdoel BS 6
  • Je kunt aanpassingen bij planten beschrijven. 
  • Je kunt aanpassingen bij dieren beschrijven

Slide 37 - Slide

Aanpassingen
Aanpassingen aan:
  • Manier van leven
  • Omgeving 

  • Ademhaling, Beweging, Voeding, Verdediging & Voortplanting

Slide 38 - Slide

Aanpassingen waterdier Gestroomlijnd

Bijna alle waterdieren zijn altijd gestroomlijnd = 
kop, lijf en staart gaan in elkaar over

Het lichaam vormt één geheel.
Daardoor kunnen zij sneller door het water.

Slide 39 - Slide

Aanpassing aan voedsel

Slide 40 - Slide

Allemaal anders
Voortbewegen 
De manier van lopen is een aanpassing aan de ondergrond waarop het dier leeft.
  • Zoolganger
  • Teenganger
  • Topganger

Slide 41 - Slide

Bewegen
  • Zoolgangers
  • Teengangers
  • Topgangers (hoefgangers)
  • Aanpassing op de ondergrond

Slide 42 - Slide

Aanpassingen bij planten.
Planten in het water hebben weinig stevige delen, niet nodig, water geeft stevigheid.

Ze groeien in bovenste deel van het water, omdat ze licht nodig hebben.

Slide 43 - Slide

Hoe zit het bij planten?

  • Aanpassingen tegen uitdroging
  • Kleine dikke/ Grote dunne bladeren
  • Veel / Weinig wortels 
vochtig milieu
droog milieu

Slide 44 - Slide

Landplanten: aanpassingen om uitdroging te voorkomen. 

Slide 45 - Slide

Baamboozle

Slide 46 - Slide

Toets
- Maak de oefentoetsen en test jezelf van elk basisstof
- Als je lokaal binnenkomt, gelijk zitten op je plek en LessonUp openen, zodat we gelijk kunnen beginnen
- Je hebt 45 minuten voor de toets, dus kom op tijd!


Slide 47 - Slide