Maandag 15 april

Maandag 15 april 2024
08.30 - 09.20 uur Inloop 
Woordenschat
12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Rekenen
Toets 1
13.00 - 13.45 uur 
Dansgroep Tarumbeta uit Kenia
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.45 - 14.20 uur Disk
Zelfstandig werken thema muziek
10.30 - 11.20 uur 
Kunst

11.20 - 12.10 uur 
Kunst
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Maandag 15 april 2024
08.30 - 09.20 uur Inloop 
Woordenschat
12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Rekenen
Toets 1
13.00 - 13.45 uur 
Dansgroep Tarumbeta uit Kenia
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.45 - 14.20 uur Disk
Zelfstandig werken thema muziek
10.30 - 11.20 uur 
Kunst

11.20 - 12.10 uur 
Kunst

Slide 1 - Slide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema overtuigen.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 2 - Slide

bereiken
  • aankomen op een plaats of punt;
  • contact met iemand kunnen krijgen;
  • een doel halen; verwezenlijken
  • Zin: Morgen bereik ik mijn ideale gewicht. 
  • Zin: Ik heb mijn doel bereikt. Ik heb A2 gehaald!

Slide 3 - Slide

zich bevinden
  • ergens aanwezig zijn;
  • 'er zijn';
  • welbevinden = je goed voelen, tevreden
  • Zin: Zij bevindt zich nu op een boot, op de Noordzee. 
  • Zin: Ik bevind mij in het midden van de kaart.

Slide 4 - Slide

het doel
  • iets wat je wilt bereiken;
  • de goal (bij sport);
  • eindpunt van een reis
  • Zin: Het doel is om vandaag 5 nieuwe woorden te leren.

Slide 5 - Slide

geloven
  • denken dat iets waar is;
  • helemaal vertrouwen op iets of iemand;
  • meervoud van 'geloof': religie
  • Zin: Hij geloofde niets van wat zij aan hem vertelde.
  • Zin: Op de wereld zijn veel verschillende geloven.

Slide 6 - Slide

gewend
  • wennen;
  • vertrouwd raken;
  • gewoon vinden;
  • Zin: Binnen twee dagen waren we gewend aan het koude weer.
  • Zin: Ik was snel gewend aan de nieuwe klas.

Slide 7 - Slide

Waar zie jij het doel?
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

Wie geloof jij altijd?
mijn moeder
mijn buurman
Sinterklaas
mijn broertje
mijn vader
Allah
mijn oma
God
mijn docenten
mijn vriend(in)

Slide 9 - Poll

bereiken
doel halen
contact met iemand krijgen
aankomen op een plaats of punt
denken dat iets waar is
heel gewoon vinden
vertrouwen op
de tips die je aan iemand geeft
beroemd
minder dan normaal
als gevolg hebben

Slide 10 - Drag question

Waar bevind jij je nu?

Slide 11 - Mind map

Waar ben jij aan gewend ?

Slide 12 - Open question

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 13 - Slide

Mijn broertje weet precies wat hij wil .................. : hij wordt een beroemde acteur.

Slide 14 - Open question

Mijn opa en oma zijn niet ............. ............. een mobiele telefoon.

Slide 15 - Open question

Als ik op een kaart kijk, weet niet altijd waar ik mij .............

Slide 16 - Open question

.......... ............... van deze opdracht is : oefenen met de nieuwe woorden.

Slide 17 - Open question

Mijn vader maakt veel grapjes. Ik weet nooit wanneer ik hem wel of niet kan ....................

Slide 18 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
De woorden: 
- bereiken
- zich bevinden
- het doel
- geloven
- gewend

Slide 19 - Slide

rekenen

Slide 20 - Slide

Pauze
timer
20:00

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Pauze
timer
30:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema overtuigen.


Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 25 - Slide