5 oktober stijlfiguren H6

3 oktober 3 havo

even herhalen: stijlfiguren herhalingen en opsommingen - overdrijvingen en nuanceringen
instructie nieuwe stijlfiguren H6 tegenstellingen en ontkenningen

1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

3 oktober 3 havo

even herhalen: stijlfiguren herhalingen en opsommingen - overdrijvingen en nuanceringen
instructie nieuwe stijlfiguren H6 tegenstellingen en ontkenningen

Slide 1 - Slide

H6
  • antithese (tegenstelling)
  • paradox
  • litotes
  • retorische vraag
  • chiasme (kruisstelling)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

  • Ik herhaal het nog maar een keer: dit hoeft niet herhaald te worden
  • Zeg nooit nooit (en nooit altijd)
  • In een vorig leven geloofde ik in reïncarnatie, maar nu helemaal niet meer
  • Hij zei dat hij zichzelf heel succesvol, goed, knap, en bescheiden vond.
  • Schrijven is schrappen.
  • Hoe meer ik weet, hoe meer ik weet dat ik niets weet.
  • ‘Er is één constante in het leven: dat alles voortdurend verandert.’
  • De eersten zullen de laatsten zijn.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

litotes
De suggestie van Pim is geen onaardige oplossing.
Ik ben daar niet rouwig om.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

tegenstellingen en ontkenningen
chiasme:
Een chiasme is een stijlvorm waarbij twee woorden in een omgekeerde volgorde worden herhaald. 
Die twee woorden kunnen zowel identieke als verwante woorden zijn. 
Een ander woord voor chiasme is ook wel een kruisstelling of chiasma. Het woord komt van de Griekse letter CHI, die wij kennen als de hoofdletter X. Zet een X of een kruis tussen twee regels en je ziet dat de omkeringen met elkaar zijn verbonden.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

ABBA

Slide 13 - Slide

Voorbeelden
  • De eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten zullen de eersten zijn.
  • Leef je om te werken, of werk je om te leven?
  • Dames en heren, jongens en meisjes
  • “Doe meer samen. Samen bereik je meer”.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

H6 ironie, sarcasme, cynisme








Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

"Voetballen is simpel, maar het moeilijkste wat er is, is simpel voetballen" 

citaat Johan Cruijff

Slide 29 - Slide

Het lijkt me geen slecht idee om die stijlfiguren goed te oefenen.
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes
D
woordspeling

Slide 30 - Quiz

Welke van de onderstaande stijlfiguren is een hyperbool?
A
'nat water'
B
'brullende motor'
C
'vlug sjokken'
D
'eeuwen op iemand wachten'

Slide 31 - Quiz

"Ik kwam, ik zag, ik overwon." - Julius Caesar. Dit is een:
A
anafoor
B
climax
C
tricolon
D
antithese

Slide 32 - Quiz

Het was een groots cadeau, nou ja, een groot cadeau, nou ja, een aardig cadeautje
A
tricolon
B
climax
C
anticlimax
D
repetitio

Slide 33 - Quiz


helemaal gehad
A
overdrijving (hyperbool)
B
understatement
C
eufemisme

Slide 34 - Quiz


wat kost
A
overdrijving (hyperbool)
B
understatement
C
eufemisme

Slide 35 - Quiz


bekenden
A
overdrijving (hyperbool)
B
understatement
C
eufemisme

Slide 36 - Quiz

stijlfiguren

Slide 37 - Slide

stijlfiguren >>

iedere afwijking van het 'normale' taalgebruik 

Bedoeld om de tekst meer zeggingskracht te geven

Slide 38 - Slide

0

Slide 39 - Video

Ik heb het goed gedaan, maar ook zo fout gedaan.
Als ik terugkijk in de tijd.

Welke stijlfiguur herken je hier?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming

Slide 40 - Quiz

Een lach met tranen, zo voel ik mij vandaag.
Geproefd van het leven, zoveel vrienden ongekend.

Welke stijlfiguur herken je hier?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming

Slide 41 - Quiz

Met bloed zweet en tranen, zei ik, rot hier nu maar op.
Met bloed zweet en tranen,
Zei ik vrienden, dag vrienden, de koek is op.

Welke stijlfiguur herken je hier vooral?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Video

Hij won die miljoenen niet, die Mini niet en zelfs geen 'eigen geldje'.

Dit is duidelijk een...
A
opsomming
B
climax
C
anticlimax

Slide 44 - Quiz

Welk stijlfiguur zie je in de uitspraak:
'Wil je vrede, bereid je dan voor op de oorlog.'

Slide 45 - Open question

Ik snap nu heel goed wat een stijlfiguur is! Ik kan ze herkennen in een tekst en ik kan er ook wel eentje zelf verzinnen.
A
Dat geldt voor mij.
B
Dat geldt een beetje voor mij.
C
Dat geldt bijna helemaal voor mij.
D
Dat geldt niet voor mij.

Slide 46 - Quiz