What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
herhalen thema 6
Herhalen thema 6
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhalen thema 6
Slide 1 - Slide
Afleiding of samenstelling?
Een afleiding bestaat uit een basiswoord en een voor- of achtervoegsel. Voorbeeld: rust+ig
Een samenstelling bestaat uit 2 basiswoorden. Voorbeeld: ramp+tocht
Slide 2 - Slide
Welke woorden zijn altijd afleidingen?
A
Meervoud van zelfstandig naamwoorden
B
Bijvoeglijk naamwoorden
C
Verkleinwoorden
Slide 3 - Quiz
Mijn Bobby is meestal erg rustig.
Schrijf de afleiding op.
Slide 4 - Open question
Uw hond wordt ongelooflijk snel een tophond.
Schrijf de afleiding op.
Slide 5 - Open question
Begin vandaag nog met het opvoeden.
Schrijf de afleiding op.
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Ik .... ook (komen, t.t).
Slide 8 - Slide
Hij .... op de vragen in de klas (antwoorden, v.t.).
Slide 9 - Slide
Hij .... ook een brief (verzenden, v.t.).
Slide 10 - Slide
Vul de pv correct in.
Jantje ........ heel veel in de les (praten, t.t.).
A
Praatt
B
Prat
C
Praat
D
Praaten
Slide 11 - Quiz
Vul de pv correct in.
De arend ..... naar een ander deel van Nederland (zweven, t.t.).
A
zweef
B
zweeft
C
zwevt
Slide 12 - Quiz
Asiyah en Nova ....... vanochtend op tijd in de klas (zijn, v.t.).
A
Slide 13 - Quiz
Schrijf de pv correct.
De kip .... een ei (broeden, v.t.).
A
broed
B
broedde
C
broedt
D
broedden
Slide 14 - Quiz
De wolf .... een vacht (bezitten, t.t.).
A
bezitten
B
bezit
C
bezitt
Slide 15 - Quiz
De man eet graag vlees.
Geldt de regel 'stam + t' bij deze zin?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Hij .... naar huis gebracht door zijn ouders (worden).
A
word
B
wort
C
werd
D
wordt
Slide 17 - Quiz
De kip ......... op een ei (broeden, t.t.)
Slide 18 - Open question
De kip .......... op een ei (broeden, v.t.).
Slide 19 - Open question
Ella ............... voorbij in de auto (rijden, t.t.).
Slide 20 - Open question
Ella en Cherany ............. voorbij in de auto (rijden, v.t.).
Slide 21 - Open question
Hoeveel persoonsvormen heeft een enkelvoudige zin?
A
0
B
3
C
1
D
2
Slide 22 - Quiz
Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin?
A
0
B
1
C
meer dan 1
Slide 23 - Quiz
Vul alle leestekens duidelijk in.
Ik houd niet van spruitjes bromt Niek
Slide 24 - Open question
Woehoe wij gaan bijna op schoolreis roept Salma
Slide 25 - Open question
Ben jij klaar voor de toets?
Slide 26 - Open question
Welke is goed:
Hij
A
Loop
B
sprint
C
Eett
D
Houd
Slide 27 - Quiz
Zet de zin in de hij vorm.
Ik verzend een brief.
Slide 28 - Open question
Zet de zin in de u vorm.
Ik ga naar school.
Slide 29 - Open question
Zet de zin in de ik vorm.
Zij tekent graag.
Slide 30 - Open question
Zet de zin in de ik vorm.
Hij fietst naar de winkels.
Slide 31 - Open question
Onthoud!
De persoonsvorm in de jij/hij/zij/u/het vorm in de tegenwoordige tijd in de stam +t.
Als de stam eindigt op -t, komt er geen +t bij in de hij vorm
Hij vindt - Hij fluit
Slide 32 - Slide
More lessons like this
Thema 1 les 3: IK MOET! Of mag ik?
July 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoorden vervoegen
March 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
blok 5 week 4 les 1
February 2023
- Lesson with
15 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Zinnen, persoonsvorm en onderwerp
February 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Werkwoordspelling - blok 2 - les 2.8 + 2.9
January 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Spelling - werkwoorden - les 2.8 - pv vt
August 2024
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Werkwoordspelling - blok 3 - les 3.9
January 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling - werkwoorden - les 2.8 - pv vt
August 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2