centralisatie Frankrijk Live

Centralisatie
Berust op twee pijlers:
1 / 26
next
Slide 1: Slide
geschiedenisSecundair onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Centralisatie
Berust op twee pijlers:

Slide 1 - Slide

Territoriaal
  • Neem je atlas
  • Vergelijk K 46 met K45
  • Bekijk de toestand van het Franse rijk


Slide 2 - Slide

De evolutie van de macht
Formuleer wat je kan aflezen van de kaart.

Slide 3 - Slide

Problemen voor de Franse koning
  • Bij het begin van de volle middeleeuwen =macht van de Franse koning ondergraven was door zijn leenmannen.
  • 13de eeuw:  Engelse lenen

Slide 4 - Slide

Opdracht  voor de Franse koning ?
  • dubbele opdracht

Slide 5 - Slide

stappen in de richting van centralisatie
  • Franse graafschappen die uitgeleend waren terug bij het kroondomein voegen
  • Engelse lenen in Frankrijk proberen te heroveren

Slide 6 - Slide

Opdracht  voor de Franse koning ?
  • slag bij Bouvines

Slide 7 - Slide

Slag bij Bouvines K.46
  • De Franse koning Filips II Augustus viel de Engelse bezittingen in Normandië aan.
 Het moment was goed gekozen want de koning van Engeland, Richard Leeuwenhart, was op kruistocht en zijn broer Jan moest zijn functie intussen uitoefenen.

Slide 8 - Slide

de strijd en het resultaat
  • tegenover de Franse koning en zijn leger stond het leger van koning Jan gesteund door de Duitse keizer en de graaf van Vlaanderen (?!)
  • De Franse koning won in 1214 de slag bij Bouvines .

Slide 9 - Slide

Gevolgen van de slag bij Bouvines
De Engelse en Normandische edelen waren boos op koning Jan omdat ze de slag verloren en mede door dit verlies kreeg hij de naam 'Jan zonder Land' en werd hij gedwongen om de Magna Charta ( zie vroeger p.179) te ondertekenen

Slide 10 - Slide

Institutionele eenmaking in Frankrijk
Vanaf de 12de eeuw laat de koning zich bijstaan door gespecialiseerde ambtenaren:
taak:
  • hulp bij het bestuur
  • innen van koninklijke belastingen
  • controle van het rijk
  • hulp in de rechtspraak
    vergoeding: loon

Slide 11 - Slide

Institutionele eenmaking in Frankrijk
Vanaf de 13de eeuw laat de koning zich ook bijstaan door juristen:
taak:
  • op wettelijke gronden de adel buiten spel zetten
  • zetelen in het permanent koninklijk hooggerechtshof

Slide 12 - Slide

Institutionele eenmaking in Frankrijk
 de belangrijke vergaderingen waren:
taak:
  • (13de eeuw) het koninklijk hooggerechtshof in Parijs
  • (14de eeuw) de Staten-Generaal, een standenvergadering die nieuwe belastingen ( 'beden' genoemd) moest goedkeuren en die samenkwam bij buitenlandse conflicten

Slide 13 - Slide

Institutionele eenmaking in Frankrijk
 een belangrijke kanttekening:
 
Hoe meer de koning zijn kroondomein uitbreidde, hoe meer belastingen  hij kon innen. Met dat geld kon hij een huurleger betalen en hij werd zo onafhankelijker van de adel.

Slide 14 - Slide

alles begrepen?
Neem je smartphone
We maken de online oefeningen

Slide 15 - Slide

In welke slag overwon Filips II Augustus het Engelse leger? (plaats + datum)

Slide 16 - Open question

Op welke twee pijlers berust centralisatie?

Slide 17 - Open question

Waarom is het vreemd dat het graafschap Vlaanderen de Engelsen steunt in de strijd tegen de Franse koning?

Slide 18 - Open question

Welke verklaring kan je geven voor de Vlaamse steun aan de Engelsen.

Slide 19 - Open question

Wat stond er in de Magna Charta?
A
Koning Jan heet nu Jan zonder Land
B
Koning Jan moet de Fransen gehoorzamen
C
Het Engelse volk beperkt de macht van koning Jan
D
De macht van Koning Jan wordt beperkt

Slide 20 - Quiz

In welk jaar werd de Magna Charta opgesteld?
A
1215
B
1066
C
1214
D
1453

Slide 21 - Quiz

Hoe heet de vergadering die beslist over het heffen van nieuwe belastingen?

Slide 22 - Open question

Wat is het verschil tussen de kroonvazal en een ambtenaar (2 dingen aanduiden)
A
De kroonvazal moet trouw zijn aan de vorst
B
De ambtenaar krijgt loon
C
de kroonvazal krijgt grond in leen
D
de kroonvazal krijgt grond

Slide 23 - Quiz

Welke uitspraken zijn juist
A
In de 11de eeuw had de Franse koning alle macht
B
In de 12de eeuw hadden Franse leenmannen veel macht
C
In de 11de eeuw had de Franse leenmannen veel macht
D
In de 12de eeuw hadden de Engelsen veel macht in Frankrijk

Slide 24 - Quiz

Een huurlingenleger is voor een koning interessanter omdat
A
omdat hij ze snel kan inzetten
B
omdat ze aan hem gebonden zijn
C
omdat het meer ervaren vechters zijn
D
omdat hij hun opleiding niet moet betalen

Slide 25 - Quiz

pionier p.184

  • vul oefening 12 -a-b-c-d aan
  • en maak de actua-oefening op p.185


Slide 26 - Slide