2.4

Plattegrond

1 / 22

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Plattegrond

Slide 1 - Slide

Wat moet je pakken?

Ruitjesschrift

Boek (deel 1)

Etui

Startopdracht

Waar kom jij weleens negatieve getallen tegen?

Maak 39 t/m 49

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Huiswerk

Leerdoelen

Uitleg

Aan de slag

Controle

Slide 3 - Slide

Huiswerk

Woensdag 13 november:

Maak opdracht 21 t/m 49 van H2

Vandaag in de les:

39 t/m 49

Slide 4 - Slide

Leerdoelen

- Je kunt positieve en negatieve getallen in volgorde van grootte zetten.

Slide 5 - Slide

Uitleg

positieve getallen = boven 0

negatieve getallen = onder 0

Slide 6 - Slide

Uitleg

positieve getallen = boven 0

negatieve getallen = onder 0

0 is niet positief en niet negatief

Slide 7 - Slide

Uitleg

Hoe lager/meer links het getal hoe kleiner.

Hoe hoger/meer rechts het getal hoe groter.

Slide 8 - Slide

Uitleg

< kleiner dan

> groter dan

= is gelijk aan

Slide 9 - Slide

Uitleg

Ezelsbruggetje

Slide 10 - Slide

Uitleg

Ezelsbruggetje

k van kleiner dan

Slide 11 - Slide

Uitleg

Ezelsbruggetje

k van kleiner dan

Pijl wijst altijd naar het kleinste getal

Slide 12 - Slide

Uitleg

Welk teken?

2 ... 4

-3 ... 5

0,5 ...

-1 ... -4

- 3,5 ... -4

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

Slide 13 - Slide

Uitleg

6 - 8 =

-4 + 7 =

-2 - 6 =

Slide 14 - Slide

Uitleg

Tegengestelde

Tegengestelde van -10 is 10

Ligt even ver van de 0 af

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aan de slag

Wat? opdracht 39 t/m 49 op blz. 70

Hoe? stil

Hulp? steek je vinger op

Tijd? 5 minuten

Klaar? blz. 99

timer

5:00

Slide 17 - Slide

Aan de slag

Wat? opdracht 39 t/m 49 op blz. 70

Hoe? fluisteren

Hulp? overleggen of steek je vinger op

Tijd? 5 minuten

Klaar? blz. 99

timer

10:00

Slide 18 - Slide

Controle

Welk teken? <, >, =

2 ... 4

-3 ... 5

0,5 ...

-1 ... -4

- 3,5 ... -4

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

Slide 19 - Slide

Controle

6 - 8 =

-4 + 7 =

-2 - 6 =

Slide 20 - Slide

Controle

Wat is het tegengestelde van:

-5

-2

Slide 21 - Slide

Controle

Schrijf de helen in de breuk:

Vereenvoudig:

2 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 7 ​}

8 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 7 ​}

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 3 3 ​}

\frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 22 - Slide

2.4

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

More lessons like this

2.3

les 5 - 2.3/2.4

les 3 - 2.2/2.3

les 2 - 2.2

les 6 - 2.4/2.5

2.3

les 3 - 3.3

les 4 - 2.3