EB H5.3 Sparen en Interen

Dit leg je klaar op je tafel:
  • Chromebook > ga naar www.lessonup.com
  • Werkboek
  • Aantekeningschrift 
  • Pen

1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dit leg je klaar op je tafel:
  • Chromebook > ga naar www.lessonup.com
  • Werkboek
  • Aantekeningschrift 
  • Pen

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • Korte terugblik op de vorige les
  • Uitleg paragraaf 5.3
  • Werken aan opdrachten 5.3 
  • Wat heb je vandaag geleerd? 
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Weet je het nog?
  • Vaste lasten 
  • Duurzame gebruiksgoederen 
  • Incidentele uitgaven 

Slide 3 - Slide

5.3 Sparen en interen 

Hoe zorgen we ervoor dat we deze uitgaven kunnen betalen? 

Slide 4 - Slide

Budget

Budget = Een bedrag waarvan je een bepaald soort uitgaven
moet doen

Voorbeeld:
Wil je graag een nieuwe TV kopen en heb je hier €1400,- voor? Dan is dat je budget

Slide 5 - Slide

Hoe stel je een budget op?
Dit doe je door te kijken naar:

-  je inkomsten 
- je uitgaven van hetgeen jij wilt kopen

Slide 6 - Slide

5.3 Sparen en interen 

sparen = opzij zetten van geld om het op een later moment uit te geven

interen = gebruik maken van het geld dat je hebt gespaard

Slide 7 - Slide

Sparen
Wat gebeurt er als je werkelijke uitgaven lager zijn dan het budget? 

Dit geld kun je sparen 

Slide 8 - Slide

Interen 
Wat kun je doen als je werkelijke uitgaven hoger zijn dan het budget?


Dit geld moet je interen 

Slide 9 - Slide

Je hebt eenmalig €100,- apart gehouden voor nieuwe kleren. Dit noem je je ... voor kleding.
A
vaste lasten
B
budget
C
incidentele uitgaven
D
rondkomen

Slide 10 - Quiz

Je komt €40, tekort voor een paar nieuwe schoenen en pakt dit geld uit je spaarpot. Je bent nu aan het...
A
sparen
B
interen

Slide 11 - Quiz

Je komt €200,- tekort voor een nieuwe telefoon. Je wacht met kopen tot je genoeg geld hebt. Je bent nu aan het...
A
sparen
B
interen

Slide 12 - Quiz

Je had een budget van €1500 voor een nieuwe tv. De tv die je graag wilt is in de aanbieding en kost nu €1300. Het geld dat overblijft van je budget
A
spaar je
B
inteer je

Slide 13 - Quiz

Om te weten wat je budget is, kijk je naar ...
A
inkomsten en verlangen
B
inkomsten en hobby's
C
uitgaven en hobby's
D
inkomsten en uitgaven

Slide 14 - Quiz

Wat ga je nu doen?
Wat ga je maken? Basisleerlingen: Paragraaf 5.3 
                                      Kaderleerlingen: Paragraaf 5.3 + rekentrainer 

Hulp nodig? Vraag je buurman/vrouw of steel je vinger op



Slide 15 - Slide

Wat heb je geleerd?

- Wat is een budget?
- Wat doe je als je spaart?
- Wat doe je als je inteert?

Slide 16 - Slide

Afsluiting 

Huiswerk: Paragraaf 5.3 + rekentrainer



Slide 17 - Slide