§4.6 - Reageren met hormonen

Reageren met hormonen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Reageren met hormonen

Slide 1 - Slide

Welkom!
1. Huiswerk nieuw
2. Terugblik + Voorkennis ophalen
3. Leerdoelen §4.6
4. Nieuwe theorie en checks
5. Vragen? 

Slide 2 - Slide

Huiswerk (as dinsdag af)
§4.6 - de opdrachten in je werkboek (welke? zie onderwijsplanner).
Wees kritisch bij het nakijken ;-).

Slide 3 - Slide

Vrijdag 23 april
SO hoofdstuk 4.4, 4.5 en 4.6

Staat in Magister.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen hoe hormonen werken.
- Je kunt verschillende hormoonklieren herkennen en benoemen.
- Je kunt de functies van verschillende hormonen benoemen.

Slide 5 - Slide

Hoe werken hormonen?
Je hersenen regelen alle werkingen van je organen.
Dit doen ze door 2 dingen:
  1. met het zenuwstelsel (zintuigen-->impulsen)
  2. met hormonen
Regelstoffen die gemaakt worden in de hormoonklieren:
1 hypofyse - 2 schildklier - 3 bijnier - 4 eilandjes van langerhans - 5 eierstokken - 6 zaadballen

Slide 6 - Slide

Wat zijn hormonen?
  • Hormonen zijn regelstoffen
  • Hormoonklieren maken deze stoffen

  • Bij signaal (van zenuwcel of ander hormoon) 
    geven de cellen stoffen af aan het bloed



Slide 7 - Slide

Hormoonklier
Maakt hormonen en geeft deze af aan het bloed.


Slide 8 - Slide

Hormoonklieren
  • Kunnen aan en uit worden gezet door een impuls via een bewegingszenuwcel of door een ander hormoon

Slide 9 - Slide

Zenuwstelsel - Hormoonstelsel

Het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren die hormonen maken. Het hormoonstelsel werkt vaak samen met het zenuwstelsel. 
Hiernaast zie je een aantal hormoonklieren.
Hypofyse
1
Schildklier
2
Bijnieren
3
Alvleesklier
4
Vrouw: Eierstokken
5
Man: teelballen
6
Leer de hormoonklieren
Functie hormoonstelsel
Het hormoonstelsel regelt vooral langzame, langdurige processen.
(Info: Adrenaline is een hormoon dat voor snelle processen zorgt)

Slide 10 - Slide

Welke functie hebben hormonen?
  1. Hypofyse: groeihormonen (groeien)
  2. Schildklier: schildklierhormoon (verbranding)
  3. Eilandjes van Langerhans: insuline en glucagon (suiker)
  4. Bijnier: adrenaline (stress)
  5. Eierstokken: oestrogeen (vrouwelijke kenmerken)
  6. Zaadballen: testosteron (mannelijke kenmerken)

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Lees bladzijde 129 t/m 131
Bekijk bron 3 op bladzijde 130 en leer de namen van de hormoonklieren

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
hormoonklieren

Slide 15 - Quiz

Wat is de functie van hormonen?
A
hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn
B
hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren
C
hormonen zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels

Slide 16 - Quiz

sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
testikels
hypofyse
schildklier
alvleesklier
bijnieren

Slide 17 - Drag question

Welke andere hormonen beïnvloeden vooral de werking van de eierstokken
A
Hormonen uit de alvleesklier
B
Hormonen uit de hypofyse
C
Hormonen uit de schildklier
D
Hormonen uit een bijnier

Slide 18 - Quiz

Hormonen werken sneller dan impulsen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Welk hormoon speelt een rol bij de verbranding?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video