3.3: Geloven en weten

3.3: Geloven en weten
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.3: Geloven en weten

Slide 1 - Slide

Programma
  • afsluiting 3.2: hoe goed ken je de bestuursvormen? 
  • De Griekse Goden
  • aan de slag met opdrachten.
  • Goden paspoort maken*
  • Terugblik

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... kun je uitleggen wat voor soort godsdienst de Grieken hadden en hoe de Grieken hun goden vereerden.
... kun je uitleggen dat de Grieken een culturele eenheid waren.
... kun je uitleggen hoe de Grieken zelf gingen nadenken.
... kun je in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen: filosofie, orakel, wetenschap en tempel betekenen.

Slide 3 - Slide

Afsluiting 3.2:
Controle: Hoe goed ken je de verschillende bestuursvormen?
Bespreken huiswerkopdrachten

Slide 4 - Slide

Onafhankelijk
Tiran

Democratie

Aristocratie

De Grieken bestuurden en beslisten over zichzelf
Een regering met een groep aanzienlijke mensen
Het systeem waarbij het volk (deel) beslistt
Iemand, die op een onwettige manier de alleenheerschappij krijgt

Slide 5 - Drag question

a.Welk kenmerk van de monarchie noemde Otanes?
b. Welk standpunt had Otanes over de monarchie? Leg je antwoord uit

Slide 6 - Open question

d. Over welke bestuursvorm gaat de bron?

Slide 7 - Open question

3.3: Geloven en maken
in deze paragraaf leer je:
  • Hoe belangrijk goden waren in het leven van de Grieken.
  • Welke culturele eenheid er was onder de Grieken.
  • Hoe Griekse wetenschappers gingen denken en onderzoeken.
Kenmerkend aspect: burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat.

Slide 8 - Slide

Mythologie
    • Verzameling van mythen
    • Verhalen waarin goden, halfgoden, helden en soms vreemde wezens een rol spelen
    • De Griekse mythen werden mondeling doorgegeven als lessen voor het leven
    • Mythen werden gebruikt om onverklaarbare zaken te verklaren, bijvoorbeeld natuurverschijnselen als het ontstaan van de aarde of de wisseling van de seizoenen. 

    Slide 9 - Slide

    Goden en Mensen
    De Grieken hadden Polytheistische godsdienst. Net als de Egyptenaren geloofden de Grieken in meerdere goden. 

    Voor elk (natuurs)verschijnsel was een god
    Poseidon --> God van de zee
    Aphrodite --> Godin van de liefde 

    Slide 10 - Slide

    Goden en mensen:
    Om de goden tevreden te houden bouwden de Grieken tempels en organiseerden ze sportwedstrijden. Ook vroegen de Grieken vaak advies aan de goden in een Orakel

    Slide 11 - Slide

    Tempels en orakels
    Orakel: plaats waar je de goden om advies kunt vragen.
    tempel: gebouw waar je de goden kunt vereren. (bijv. door te offeren op het altaar)


    Slide 12 - Slide

    Culturele Eenheid
    De Grieken vonden zichzelf heel wat. Andere culturen die geen Grieks sprak werden barbaren genoemd. 

    Ook al waren de Griekse stadstaten onafhankelijk en verschillend, de Grieken voelden zich toch één volk. 
    Ze spraken dezelfde taal, aanbeden dezelfde goden en hadden hetzelfde schrift. 

    Slide 13 - Slide

    Zeus de Oppergod
    Diana de Godin van de jacht en natuur
    Poseidon God van de zee
    Dionysus God van de wijn

    Slide 14 - Drag question

    Slide 15 - Slide

    Griekse goden
    • Griekse goden zien er uit als mensen
    • Ze hebben menselijke eigenschappen (verliefd, boos, jaloers)
    • Ze hebben ook goddelijke eigenschappen (superkrachten, onsterfelijk)

    Slide 16 - Slide

    Aan de slag
    • Lees de tekst van paragraaf 3.3 en maak daarna de volgende opdrachten: 1, 2, 3, 4 en 5.
    • Je mag verder werken met 6, 7 en 8.
    • Of als je meer wilt weten over een Griekse God maak een Godenpaspoort, vraag aan de docent om het opdrachtenblad.

    Slide 17 - Slide

    Zeus 


    • God van de donder
    • Oppergod
    • Getrouwd met Hera, maar ging regelmatig vreemd!

    • Romeinse variant: Jupiter

    Slide 18 - Slide

    Hera 
     

    • Godin van het huwelijk
    • Getrouwd met Zeus, maar dit was geen gelukkig huwelijk
    • Behalve zijn vrouw is ze ook zijn zus

    • Romeinse naam: Juno

    Slide 19 - Slide

    Hefaistos

    • God van het vuur
    • Zoon van Zeus en Hera
    • Smid van de goden
    • Maakt de bliksem voor Zeus

    • Romeinse naam: Vulcanus

    Slide 20 - Slide


    Ares

    • God van de oorlog
    • Zoon van Zeus en Hera
    • Gehaat bij alle goden


    • Romeinse naam: Mars

    Slide 21 - Slide


    Poseidon

    • God van de zee
    • Broer van Zeus
    • Herkenbaar aan zijn drietand


    • Romeinse naam: Neptunus

    Slide 22 - Slide


    Hades

    • God van de onderwereld
    • Broer van Zeus
    • Getrouwd met zijn nicht Persefone
    • Zijn driekoppige hellehond Cerberos bewaakte de onderwereld

    • Romeinse naam: Pluto

    Slide 23 - Slide


    Afrodite

    • Godin van de liefde en de schoonheid
    • Geboren uit het schuim van de zee
    • Haar zoon heet Eros (Amor, Cupido)

    • Romeinse naam: Venus

    Slide 24 - Slide


    Athena

    • Godin van de wijsheid en dapperheid
    • Dochter van Zeus
    • Geboren uit zijn hoofd
    • Ze wordt vaak afgebeeld met een uil

    • Romeinse naam: Minerva

    Slide 25 - Slide


    Apollo

    • God van de zon en de muziek
    • Laat met zijn strijdwagen de zon opkomen
    • Tweelingbroer van Artemis

    Slide 26 - Slide


    Artemis

    • Godin van de jacht en maan
    • Tweelingzus van Apollo


    • Romeinse naam: Diana

    Slide 27 - Slide

    Grieks Goden paspoort
    • Samen de opdracht doornemen
    • Gebruik picsart voor het maken van het Goden paspoort

    Slide 28 - Slide

    Einde les

    Slide 29 - Slide

    Onderzoekers en Denkers
    Door logisch nadenken en onderzoek te doen proberen de Grieken natuursverschijnselen te verklaren. 

    De Grieken noemen deze wetenschappers Filosofen . 
    Filosofie: alle wetenschappen in de tijd van de Grieken

    Slide 30 - Slide

    Liefde voor de wetenschap:
    • Grieken willen de wereld om zich heen verklaren.
    • In mythen vinden ze niet alle antwoorden.
    • heel precies dingen bestuderen en goed nadenken.
    • wetenschap

    Slide 31 - Slide

    Liefde voor de wijsheid:

    • Nadenken over grote levensvragen.
    • Filosofie : vriend (filos) van de wijsheid (sofia)
    • Sokrates, Plato, Arestoteles.


    Filosofie: alle wetenschappen in de tijd van de Grieken

    Slide 32 - Slide

    0

    Slide 33 - Video

    voorbeeld van filosofisch denken:

    Slide 34 - Slide

    Wie red je?
    A
    1 persoon?
    B
    5 personen

    Slide 35 - Quiz

    Stel er ligt iemand in het ziekenhuis, die op een gebroken been na gezond is. Zijn organen kunnen echter 5 mensen hun leven redden offer je deze persoon op voor de vijf anderen?
    A
    Ja
    B
    Nee

    Slide 36 - Quiz

    Aan de slag:
    Lees de tekst van paragraaf 3.3 en maak daarna de volgende opdrachten: 3, 4, 6, 8

    Slide 37 - Slide