1 Het moet algemeen aanvaard zijn. Iedereen moet het accepteren als ruilmiddel.
2 Het moet deelbaar zijn. Je moet met grote en kleine bedragen kunnen betalen.
3 Het moet moeilijk na te maken zijn.
4 Het moet hanteerbaar zijn. Je moet het gemakkelijk kunnen meenemen.
5 Het moet duurzaam zijn en bijvoorbeeld niet kunnen bederven.