What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatik persoonlijke voornaamwoorden 3e nv herhaling
Grammatica uit hoofdstuk 9 en 10
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica uit hoofdstuk 9 en 10
Slide 1 - Slide
De naamvalen, wat is wat?
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
1
3
4
Slide 2 - Drag question
Uitleg...
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Aus, bei, mit, nach, seit, von, zu ...
... Ben weer aan vakantie toe!
Slide 5 - Slide
Durch, für, gegen, um, ohne, bis ...
... Ik weet nu wat het rijtje is!
Slide 6 - Slide
Welk voorzetsels hoort niet bij de derde naamval?
A
Durch
B
Bei
C
Nach
D
Zu
Slide 7 - Quiz
Waar of niet waar?
ihr is een persoonlijk voornaamwoord van de 3e naamval
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Persoonlijke voornaamwoorden
van de derde naamval:
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Slide
Wat is het vragende voornaamwoord 'wie (NL)' in de derde naamval
A
Wo
B
Wie
C
Was
D
Wem
Slide 11 - Quiz
Gibst du ....... (mij) ein Geschenk?
A
ich
B
mir
C
mich
Slide 12 - Quiz
..... (ik) habe dich gesehen.
A
ich
B
mir
C
mich
Slide 13 - Quiz
Ich gehe mit ..... (u) in das Geschäft.
A
Sie
B
Ihnen
Slide 14 - Quiz
Ich komme zu .......... (jullie)
A
ihr
B
euch
Slide 15 - Quiz
Sie kauft mit ...... (hem) ein Kleid.
A
er
B
ihm
C
ihn
Slide 16 - Quiz
Het verschil tussen müssen en sollen!
Slide 17 - Slide
müssen
- bij een noodzaak (ich muss zur Toilette)
- bij een consequentie
- het kan niet anders
Slide 18 - Slide
sollen
- bij een wil van een ander (plicht)
- bij twijfel
Slide 19 - Slide
Wanneer müssen en wanneer sollen?
Slide 20 - Mind map
üben!
Bij de volgende opgaves moet je steeds kiezen tussen müssen of sollen! Denk hierbij dus aan de regels!
Slide 21 - Slide
Der Lehrer sagt, dass ich die Hausaufgaben machen ...............
A
muss
B
soll
Slide 22 - Quiz
Er weiß nicht, ob er dich helfen ........
A
muss
B
soll
Slide 23 - Quiz
Das Mädchen hat hunger. Sie ..... jetzt etwas essen.
A
muss
B
soll
Slide 24 - Quiz
Wir .......... zur Toilette.
A
müssen
B
sollen
Slide 25 - Quiz
Der Junge ............ sich beim Direktor melden.
A
muss
B
soll
Slide 26 - Quiz
Conclusie!
Bij müssen gaat het om een noodzaak, het kan niet anders.
Bij sollen gaat het om de wil van een ander of om een twijfel
.
Slide 27 - Slide
More lessons like this
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
Les M2C 22-06
June 2023
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
3 havo Kapitel 2 4 les DU 4
October 2024
- Lesson with
23 slides
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU3 L1
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
December 2018
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3 VMBO-KGT H 1
March 2021
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3
Deeltaak 3 Week 4 Les 2
January 2021
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Müssen + Sollen K10 2D
June 2023
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2,3