H 9.grafieken en vergelijkingen

1 / 39
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom

Welke spullen heb je nodig voor de les?
 Leg ze op tafel.  
  • Leerboek
  • Schrift
  • Schrijfspullen
  • Rekenmachine
  • Geodriehoek/liniaal   

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma:

  • Cijfers Toets H 8
  • H 9.1 Assenstelsel en grafieken
  • Zelfstandig werken 
Leerdoel: 
o Het zelf kunnen tekenen van en assenstelsel om een grafiek bij een formule in te tekenen.

 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

H9: Grafieken & Vergelijkingen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

H 9.1 Assenstelsels en grafieken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

9.1: Assenstelsels & grafieken
9.1 - Assenstelsels & grafieken
Korte herhaling uit eerdere jaren

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

4 kaartjes in de klas uitdelen met 
Punten (-7,-2) en (-1,1)

Slide 8 - Slide

Vraag in de klas : teken het assenstelsel met de punten. Teken de lij door de punten.

Wat is een r.c. 
Stel formule van de grafiek op.

Algemene formule op bord : 
Var. vert as=begingetal + r.c. x var hor.as

Je koopt een vriezer en je zet hem aan. De temperatuur is 20 graden op het moment dat je hem aanzet . Je wil weten na hoeveel uur de temperatuur in de vriezer -25 graden is.
De variabele u staat voor het aantal uren.
De verkoper zegt dat onderstaande formule geldt. 

Bereken u .

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Onderstaande formule geldt voor de groei van een plant: 

Hoogte in cm= 10 + 4t
t = tijd in maanden

Hoeveel maanden zijn er voorbij als de plant 42 cm is.


Slide 10 - Slide

10 + 4t = 42
-10            -10
         4t = 32
         :4      :4
            t = 8
hoogte in cm
tijd in dagen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

hoogte in cm
tijd in dagen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Even inzoomen
tijd in dagen
hoogte in cm

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hfst 9 Opgave 13 a

Stap 1: Welke variabele hoort bij de verticale as.
 Hoogte in cm (staat links van = teken)
Stap 2: Welke variabele hoort bij de horizontale as.
 De tijd t in dagen
Stap 3: Kijk hoelang de assen moeten worden.
 Kijk welke waarden t kan aannemen. Bij deze vraag geldt t ≥ 0.
 Hierbij kan je de minimale waarde van de hoogte berekenen.
 De minimale waarde van de hoogte is -10 cm.
 De maximale hoogte is 2 meter, dat is 200 cm.
 Kijk welke stapgrootte per hokje je gebruikt, zodat de grafiek goed overkomt.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Ga nu zelf het assenstelsel en de grafiek tekenen.
We gaan eerst kijken welke waarde van t er bij een hoogte van 200 cm hoort.
Opdracht: pak je rekenmachine en zoek een waarde van t die bij  200 cm hoort.
Horizontale as van  0 tot .......
Verticale as van -10 tot 200

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vraag 13 c
Na hoeveel dagen komt het plantje boven de grond uit?


Wanneer de verticale as de waarde 0 heeft, komt het plantje boven de grond uit.
Je kan in de grafiek zien op welke dag hij boven de grond is.


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vraag 13 d
Het gaat op 20 mei in de grond en het duurt 70 dagen, d.w.z. 90 dagen vanaf 1 mei. 
Mei heeft 31 dagen (90-31 = 59) We houden 59 dagen over.
Juni heeft 30 dagen: (59 – 30 = 29). Na juni houden we nog 29 dagen over.
Hierdoor kan ze op 29 juli verwachten dat de plant 2 meter is.
Een andere manier is:
Je kan ook meteen vanaf 20 mei rekenen, dan is de berekening van 70-11 =59. We houden 59 dagen over. Juni heeft 30 dagen: (59 – 30 = 29). Na juni houden we nog 29 dagen over voor juli.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Formule y = -6 + 8x
Wat is de richtingscoëfficiënt?
A
6
B
8
C
-6
D
-8

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Formule y = 9000 - 100x
Wat is het begingetal?
A
100
B
-100
C
y
D
9000

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

In het assenstelsel is er iets mis.
Wat?
A
de horizontale as is niet regelmatig
B
er is geen scheurlijn
C
de letters bij de assen moeten worden gewisseld
D
de verticale as is niet regelmatig

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de variabelen in deze formule H = 5 + 3t
A
H en t
B
5 en 3
C
3t
D
H

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een richtingscoëfficiënt?
A
een formule
B
een assenstelsel
C
een getal die aangeeft hoeveel de grafiek per stap stijgt of daalt
D
het begingetal

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

In het assenstelsel is er iets mis.
Wat?
A
de horizontale as is niet regelmatig
B
er is geen scheurlijn
C
de letters bij de assen moeten worden gewisseld
D
de verticale as is niet regelmatig

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoe loopt de grafiek met de formule
H = 2000 - 100t
A
dalend
B
stijgend
C
verticaal
D
horizontaal

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer gebruik je een scheurlijn in een grafiek?
A
Als je de grafiek wilt verscheuren
B
Als je een deel die je niet gebruikt op de verticale als eruit wil knippen
C
altijd bij een dalende lijn

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Welkom

Welke spullen heb je nodig voor de les?
 Leg ze op tafel.  
  • Leerboek
  • Schrift
  • Schrijfspullen
  • Rekenmachine
  • Geodriehoek/liniaal   

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Programma:

  • H 9.2 Bijzondere grafieken
  • Zelfstandig werken 
Leerdoel: 
o Het herkennen van grafieken bij de lineaire verbanden y = x, y = c en x = c.
 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

H9: Grafieken & Vergelijkingen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

H 9.2 Overzicht: bijzondere grafieken
y = getal          horizontale lijn

x = getal          verticale lijn

y = x                  diagonale lijn 
                         door de oorsprong

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

horizontale grafiek

krijg je bij 
y = een getal
bijvoorbeeld: y = 3

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

verticale grafiek

krijg je bij 
x = een getal
bijvoorbeeld x = 2

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

y = x
de grafiek gaat door de punten (0,0)
(1,1)
(2,2)
etc

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Bijzondere grafieken
y = 5  groen
x= -10  Rood
y= x blauw
y= -x

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Wat is de formule bij de grafiek?
A
x = 5
B
y = 5
C
y = x = 5
D
y = -5

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de formule bij de grafiek?
A
x = 5
B
y = 5
C
y = x = 5
D
y = -5

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Door welk coördinaat gaat deze grafiek
A
x = 1
B
y = 1
C
(-3,3)
D
(3,3)

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions