A comer - restaurante, menú, sabores 1

Actividad inicial
¿Qué vocabulario nuevo has aprendido? ¡Traduce!


"Ik houd van wortels."

"Ik dek de tafel. Jullie ruimen (de tafel) af."

"Soep kun je niet eten met mes en vork." 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Actividad inicial
¿Qué vocabulario nuevo has aprendido? ¡Traduce!


"Ik houd van wortels."

"Ik dek de tafel. Jullie ruimen (de tafel) af."

"Soep kun je niet eten met mes en vork." 

Slide 1 - Slide

"Ik houd van wortels. Van welke groente houd jij?"

Slide 2 - Open question

"Ik dek de tafel.
Jullie ruimen (de tafel) af."

Slide 3 - Open question

"Soep kun je niet eten met mes en vork. Je hebt een lepel nodig."

Slide 4 - Open question

OBJETIVOS DOELEN
Después de esta clase...

1. ...sé describir los sabores (smaken)
2. ...conozco más vocabulario relacionado al tema 'restaurante'

Slide 5 - Slide

¿Cenamos fuera?
Busca en el vocabulario:

  • Hoe vraag je of er een tafel vrij is?
  • Wat is het Spaans werkwoord voor 'bestellen'?
  • Hoe bestel je een voorgerecht? Meerdere antwoorden zijn goed.
  • Hoe kun je een hoofdgerecht bestellen? Meerdere antwoorden zijn goed.
  • En hoe bestel je een toetje?
  • Je hebt een servetje nodig. Hoe vraag je of de ober jou een servetje kan brengen?

Slide 6 - Slide

¿Cenamos fuera?
Busca en el vocabulario:

  • Hoe vraag je of er een tafel vrij is? ¿Hay una mesa libre?
  • Wat is het Spaans werkwoord voor 'bestellen'? pedir
  • Hoe bestel je een voorgerecht? Meerdere antwoorden zijn goed. De primero, quiero...
  • Hoe kun je een hoofdgerecht bestellen? Meerdere antwoorden zijn goed. De segundo, quiero
  • En hoe bestel je een toetje? De postre, quiero...
  • Je hebt een servetje nodig. Hoe vraag je of de ober jou een servetje kan brengen? Perdona, camarero, ¿me puede traer una servilleta?

Slide 7 - Slide

Los sabores Smaken
  • rico/-a
  • dulce
  • salado/-a
  • agrio/-a
  • amargo/-a
  • soso/-a
  • picante
  • sabroso/-a
  • (frío/-a)
  • (caliente)
¡Combina la palabra con la traducción correcta!

Slide 8 - Slide

sabroso/-a
dulce
salado/-a
agrio/-a
caliente
soso/-a
picante
rico/-a
frío/-a
amargo/-a
lekker
koud
zuur
bitter
flauw / dat er weinig smaak aan zit
zout
dat er veel smaak aan zit
pittig
zoet
heet

Slide 9 - Drag question

Deberes
- haced los ejercicios que están en las p. 11 y 12

- estudiad el vocabulario: '¡Vamos de tapeo!' + 'verbos relacionados con la comida'

Slide 10 - Slide

¿Qué significa '¡Vamos de tapeo!'?

Slide 11 - Open question

Eres camarero en un restaurante. Un cliente pide 'un bikini'. ¿Qué tienes que traerle?

Slide 12 - Open question