W4 - Schrijfvaardigheid les 2

Schrijfvaardigheid
• Ik kan documenteren: ik kan actuele en populair-wetenschappelijke bronnen vinden, selecteren, verwerken en ordenen;
• Ik kan coderen en verwijzen, waarbij ik de APA-normen juist toepas;
• Ik kan een bouwplan maken.
• Ik kan een tekst schrijven die qua structuur, inhoud en taalgebruik aansluit bij het niveau van klas W4 (op weg naar 4F).

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Schrijfvaardigheid
• Ik kan documenteren: ik kan actuele en populair-wetenschappelijke bronnen vinden, selecteren, verwerken en ordenen;
• Ik kan coderen en verwijzen, waarbij ik de APA-normen juist toepas;
• Ik kan een bouwplan maken.
• Ik kan een tekst schrijven die qua structuur, inhoud en taalgebruik aansluit bij het niveau van klas W4 (op weg naar 4F).

Slide 1 - Slide

In februari 2021 dient een vrouw een euthanasieverzoek in bij het Expertise­centrum Euthanasie, omdat ze door haar parkinsonisme toenemend invalideert en pijn­klachten heeft en een opname in een verpleeghuis wil voorkomen. Na verschillende gesprekken met een arts van het expertisecentrum, start de SCEN-procedure – terwijl een ‘potlooddatum’ voor de euthanasie al is vastgelegd.
In februari 2021 dient een vrouw een euthanasieverzoek in bij het Expertise­centrum Euthanasie, omdat ze door haar parkinsonisme toenemend invalideert en pijn­klachten heeft en een opname in een verpleeghuis wil voorkomen. Na verschillende gesprekken met een arts van het expertisecentrum, start de SCEN-procedure – terwijl een ‘potlooddatum’ voor de euthanasie al is vastgelegd.

Slide 2 - Slide

Wat is het publiek van deze tekst?

Slide 3 - Open question

Schrijfvaardigheid
Deze les:
  • Ik weet dat ik mijn taalgebruik op mijn publiek en doel moet afstemmen
  • Ik kan mijn taalgebruik afstemmen op mijn publiek en doel
  • Ik weet wat een schrijfstijl is en op welke elementen in kan letten
  • Ik heb geëxperimenteerd met schrijfstijl

Slide 4 - Slide

Lezen

4 kleine schrijfopdrachten: opdracht 3 en 4

Slide 5 - Slide

Maak opdracht 3
Lees de theorie uit het hoofdstuk Schrijfvaardigheid uit Nieuw Nederlands, hoofdstuk Basis, paragraaf 6.
Kies drie van de inleidingen die je hebt geschreven bij opdracht 1. Je gaat de inleidingen veranderen door gebruik te maken van één van de onderstaande veranderingen. Per inleiding kies je een andere verandering:
1. Je publiek verander je naar jonge kinderen (7-9 jaar oud)
2. Je taalgebruik maak je formeel/zakelijk
3. Je toon verander je naar boos

Slide 6 - Slide

Kopieer en plak je tekst van je inleiding in formele stijl.

Slide 7 - Open question

Maak opdracht 4
In deze oefening ga je oefenen met je schrijfstijl: taal is namelijk niet alleen inhoud, maar ook vorm. Hoe je iets opschrijft bepaalt de betekenis, manier waarop je het overbrengt en of je je doel wel of niet haalt. Kies een van de onderstaande opdrachten gebaseerd op een blog van Jolanda Prikkaart (https://jolandapikkaart.nl/15-korte-schrijfoefeningen/). Je kunt opnieuw de onderwerpen gebruiken uit opdracht 1 en je tekst zal zo’n 40 tot 60 woorden lang worden, tenzij anders aangegeven.

Slide 8 - Slide

Kopieer en plak je tekst
van opdracht 4.

Slide 9 - Open question

Ik kan nu...
Een bewuste keuzes maken in stijl
Mijn schrijfstijl aanpassen op publiek en doel


Moeite? Flexles bezoeken!

Slide 10 - Slide