Sociale piramide Republiek
Patriciërs: rijke grootgrondbezittters (keizer, senatoren en consuls)
Plebejers: middenstand en boeren (eigen winkel of stukje land)
Proletariërs: armen zonder vaste baan (proles; kinderen)
Slaven: eigendom van een ander (in Rome zelf 40%!)