Didactiek 2.6

Didactiek 2.6
Hoofdstuk 3: Ontwikkeling stimuleren: denken
Paragraaf 3.3: Rekenen stimuleren

1 / 16
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Didactiek 2.6
Hoofdstuk 3: Ontwikkeling stimuleren: denken
Paragraaf 3.3: Rekenen stimuleren

Slide 1 - Slide

Hoe was jullie vakantie en wat weet je nog van.. 

  • De theorie van de zone van naasten ontwikkeling? 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Paragraaf 3.3. 
  • De student kent de ontwikkeling van de rekenvaardigheden bij elke leeftijdscategorie.
  • De student kiest geschikte momenten en activiteiten uit om kinderen uit te dagen bij het leren rekenen en het aanleren van de bijbehorende rekenbegrippen.
  • De student weet wat gecijferdheid betekent. 

Slide 4 - Slide

Gecijferdheid?

Slide 5 - Mind map

Gecijferdheid
= Alle vaardigheden om, om te gaan met rekenen in alledaagse situatie. 

Vraag: Welke materialen zijn aanwezig die reken-
en wiskundespel kunnen uitlokken op jou stage?

Slide 6 - Slide

Gecijferdheid
0 tot 2 jaar
Verschillen herkennen
2 tot 4 jaar
Basaal rekenbegrip 
4 tot 6 jaar
Passen en meten
6 tot 9 jaar
Ruimtelijk inzicht
9 tot 12 jaar
Gecijferdheid
12 tot 21 jaar
Omgaan met de werkelijkheid

Slide 7 - Slide

Wat is een voorbeeld van een basaal rekenbegrip?
A
Kleiner, eerste en evenveel
B
Cijfers en sorteren
C
Rekenrek
D
Tellen

Slide 8 - Quiz

Experimenterend rekenen 
= Buiten de rekenlessen om rekenen stimuleren.

  • Benoem een aantal voorbeelden van wat je ziet op je stage en hoe zou je het kunnen stimuleren? 


Slide 9 - Slide

Tellen van 1 tot 15

Slide 10 - Slide

Bewegend rekenen 
  • Helpt de leerlingen met de concentratie. 
  • Helpt de leerlingen actief de theorie te verwerken.


? Welke activiteiten doen jullie op stage
voor bewegend rekenen. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Eindopdracht 2.6
Bedenk voor jouw stageklas één leuke rekenactiviteiten waarbij er wordt bewogen: 

  • Welke doelgroep heb je?
  • Welk doel wil je bereiken met de activiteit?
  • Wat houdt de activiteit in?
  • Hoe ga je de activiteit begeleiden?
  • Hoe ga je checken dat je doel bereikt is?
  • Bekijk voor inspiratie het volgende filmpje!

Mocht je deze opdracht willen gebruiken als eindopdracht,
vergeet dan niet de theorie + verantwoording . 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Verantwoording 
1.Een beknopte samenvatting van de theorie die is behandeld tijdens de les waar de eindopdracht bij hoort (Ong. 6 regels).


2. Waarom het voor jou als onderwijsassistent van belang is dat je kennis hebt van deze theorie (Gebruik voorbeelden).

3. Op welke manier je deze theorie kan toepassen in de beroepspraktijk. (Gebruik ook voorbeelden). 

Slide 15 - Slide

Voor volgende week!
Lees, voor volgende week: 

  • Hoofdstuk 3: Ontwikkeling stimuleren: denken Paragraaf 3.4: Laat de wereld draaien.


Slide 16 - Slide