Les 5: Kathedralen - kantwerk van steen

Les 5: Kathedralen / kantwerk van steen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 5: Kathedralen / kantwerk van steen

Slide 1 - Slide

Wat hoort niet bij de Middeleeuwen?
A
Theocentrisme
B
Ridderlijk
C
Gilden
D
Romeins

Slide 2 - Quiz

Wie was de belangrijkste opdrachtgever voor de kunsten in de middeleeuwen?
A
de adel
B
de kerk
C
de burgerij
D
de bestuurders

Slide 3 - Quiz

Hoe werd de kerk zo ontzettend rijk?
A
door belastingen
B
door verkoop van aflaten
C
door erfenissen en giften
D
A, B en C zijn waar

Slide 4 - Quiz

Welke functie had de middeleeuwse beeldhouwkunst niet?
A
Educatieve functie
B
Gelovigen te imponeren
C
Kunstenaars in de gelegenheid stellen werk te exposeren
D
Ongeletterden ondersteunen in het Christelijke verhaal

Slide 5 - Quiz

Bij de Middeleeuwse kunst hoort de beschrijving:
A
aandacht voor details (spieren, botten etc.) en dynamische houding
B
statisch, anatomisch incorrect, weinig plasticiteit
C
aandacht voor complexe houdingen, veel aandacht voor lichtval, geïdealiseerd

Slide 6 - Quiz

Wat waren neumen in de context van middeleeuwse muzieknotatie?
A
Geavanceerde muzikale instrumenten.
B
Korte gezongen gebeden.
C
Grafische symbolen voor het aanduiden van melodieën.
D
Rituele dansen tijdens kerkdiensten.

Slide 7 - Quiz

Wat was het motto van de middeleeuwen?
A
Carpe diem
B
Memento mori
C
Absit omen
D
Gloria in excelsis deo

Slide 8 - Quiz

In middeleeuwse beeldende kunst was de boodschap belangrijker dan vormgeving / stijl
A
waar
B
niet waar
C
deels waar

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan de belangrijkste kenmerken van Romaanse en gotische kerkbouw benoemen en herkennen.
  • Ik weet waarom kerken op deze manieren werden gebouwd
  • ik ken de functie van beeldende kunst in de late Middeleeuwen
  • Ik weet hoe de beeldhouwwerken aan / in de kerk zich hebben ontwikkeld



Slide 12 - Slide

Herhaling: Romaans
  • ± 900 - 1200
  • Constructiebouw: gewicht van het dak (tongewelf) wordt door dikke, massieve muren gedragen. 
  • Oogt sober, donker en massief door dikke muren / kleine ramen
  • Horizontaal karakter
  • Worden door pelgrimages steeds groter


Romaanse kerk

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Architectuur: de Romaanse kerk

Slide 15 - Slide

Gotische kathedralen
  • ca. 1150 - 1500
  • Bevolkingsgroei & steeds meer pelgrimstochten --> grotere kerken nodig 
  • Verticaal karakter, hoge torens (bouwen richting God).

  • Grote ramen, o.a. roosvensters
  • Grondplan ongewijzigd: Latijns kruis.
  • spitsbogen (nog steviger dan rondboog!)


  • Uitbundig gedecoreerd met beelden 

Slide 16 - Slide

Gotische kathedralen
  • Kruisribgewelf: gewicht over 4 punten en 'ribben' verdeeld.

  • Skeletbouw: muur heeft geen draagfunctie meer -> grote ramen mogelijk. Gewicht van het dak wordt gedragen door gewelven die verbonden zijn met luchtbogen, pijlers en steunberen.

  • Lichtere constructie = hoger bouwen & meer raam = meer licht = meer God!

Slide 17 - Slide

Tongewelf                   Kruisgewelf             Kruisribgewelf
        (Rom.)                                                             (Got.)             
 Soorten gewelven

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Idee achter gotische bouw
Erediensten ook voor het volk: geloof toegankelijker maken voor het publiek.
Kerk wordt 'prentenboek' voor gelovigen: zowel bijbelverhalen als niet-bijbelse (koningen) of wetenschappelijke thema's worden verbeeld: educatieve functie.

Veel pracht & praal: gelovigen moeten kerkbezoek als 'goddelijk' ervaren:
- buiten​: toren als symbool voor het hemelse. Van veraf te zien.​
- binnen: God = licht​ (Abt Suger: idee afkomstig uit oude geschriften).
Kerk is afspiegeling van de hemel!

  Glas in lood: gekleurde stukken glas ​in loodlijsten / loodstrips.
  Gebrandschilderd glas: gekleurd glas met voorstellingen/patronen.

                

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Leerdoelen check
  • Ik kan de belangrijkste kenmerken van Romaanse en gotische kerkbouw benoemen en herkennen.
  • Ik weet waarom kerken op deze manieren werden gebouwd
  • ik ken de functie van beeldende kunst in de late Middeleeuwen
  • Ik weet hoe de beeldhouwwerken aan de kerk zich hebben ontwikkeld



Slide 29 - Slide

Toets 2: hoe en wat?
  • 100 minuten
  • deels op de laptop (antwoorden op papier): voorbeeld examenblok (2019 tijdvak 2)
  • oortjes / koptelefoon van school of zelf meenemen (mini-jackplug)
  • meer inzicht / toepassen dan de vorige toets! Stel jezelf regelmatig de vraag: waarom doen mensen (kunstenaars specifiek) wat ze doen, gezien de tijdgeest en maatschappelijke situatie?
  • Oefen dit met extra opdrachten uit je boek! (zie volgende slide)

Slide 30 - Slide

Toets 2: leerstof
- De Bespiegeling H2: blz. 20 t/m 35 (bekijk ook de afbeeldingen!)
- LessonUps (bekijk ook de afbeeldingen!), aantekeningen, lesopdrachten, huiswerkopdrachten
- Analysewijzers (zie werkboek v.a. blz. 156-186, ('film' & opdrachten niet))

Slim om te doen:
- Huiswerkopdrachten goed controleren met de antwoorden ernaast. Kijk / luister nogmaals goed naar de vragen die je niet goed had. Was je antwoord uitgebreid en duidelijk genoeg geformuleerd?
- Extra oefenen? Maak (en controleer!) opdrachten die je niet als huiswerk op hebt gekregen (tip: blz. 31-34 zijn examenopgaven, zoals je kunt verwachten in de toets)
 








Slide 31 - Slide

Bonuspunten periode 2
  • tekenopdracht romaans / gotisch +0,2
  • aantekeningen +0,1
  • huiswerk (mits nagekeken en verbeterd) +0,2

Slide 32 - Slide

Zelfstandig werken
  • Toetstips goed doorlezen (volgende slides)
  • Werken aan tekening Romaans - Gotisch
  • Extra oefenen: 'De hemelse tempel' opdrachten: blz. 31        t/m 34
  • Vragen stellen

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide