4.3 & 4.5 de politiek aan het werk

4.3 en 4.5
-De begrippen coalitie, regering, regeerakkoord, kabinet, Tweede Kamer en Eerste Kamer.
-Hoe een wet tot stand komt.
-Rechtstaat , grondrechten en grondwet
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

4.3 en 4.5
-De begrippen coalitie, regering, regeerakkoord, kabinet, Tweede Kamer en Eerste Kamer.
-Hoe een wet tot stand komt.
-Rechtstaat , grondrechten en grondwet

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

37 partijen in NL
  •   allemaal een eigen mening
  • Liberaal/socialisme/confessioneel (geloof)
  • Na verkiezingen -> formeren
  • langste periode ooit (271 dagen)
  • coalitie vormen (meer 75+1)
  •  compromis sluiten.
  • regeerakkoord
  • achterban

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is de stand van zaken nu?

Slide 3 - Slide

*
Minister Volksgezondheid komt niet bij het CDA.

Slide 4 - Link

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Wie vormen samen de regering van ons land?
A
De Eerste en Tweede kamer
B
De ministers en staatssecretarissen
C
De koning en de ministers

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je het recht om een stem uit te brengen bij de verkiezingen?
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht
C
Censuskiesrecht
D
Vrijheid van stemuiting

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er met een blanco stem?
A
Naar de grootste partij
B
Helemaal niks
C
Telt mee voor de opkomst

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitspraak is waar als je niet stemt?
A
Dan gaat je stem indirect naar de grootste partij.
B
Dan is een zetel sneller verdiend.
C
Dan blijven er zetels in de Tweede Kamer leeg.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
100
D
751

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel leden heeft de Eerste Kamer?
A
75
B
150
C
100
D
751

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wie vormen de coalitie?
A
De partijen die samen de regering vormen.
B
De ministers en staatssecretarissen .
C
De Eerste en Tweede kamer

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel stemmen mag je uitbrengen?
A
1 per persoon
B
1 + 1 volmacht
C
1 + 2 volmachten
D
1 + 3 volmachten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wetsvoorstel wordt voorbereid op het ministerie. Daarna stemt de Tweede kamer en tot slot de Eerste kamer.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 17 - Video

This item has no instructions

In een rechtsstaat moet ook de overheid zich aan de wet houden.
timer
0:15
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

*
antwoord op volgende slide:
Dit is een van de belangrijkste kenmerken van een rechtstaat. De burger wordt beschermd tegen de macht van de overheid. Iedereen moet zich aan dezelfde regels houden, dus ook de overheid.
Belangrijk kenmerk rechtstaat

 
De burger wordt beschermd tegen de macht van de overheid. Iedereen moet zich aan dezelfde regels houden, dus ook de overheid

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De wetten in Nederland worden gemaakt door rechters.
timer
0:15
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

*
De wetten worden bedacht door ministers (en soms door Tweede Kamerleden) en moeten goedgekeurd worden door de Tweede en Eerste Kamer. De rechters hebben hier niets over te zeggen.

In een rechtsstaat kan je veroordeeld worden tot de doodsstraf
timer
0:15
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

*
Een voorbeeld daarvan is de Verenigde Staten. In Nederland is de doodstraf sinds 1983 officieel in de grondwet afgeschaft. Maar ook daarvoor kreeg niemand de doodstraf in Nederland. Uitzondering: aantal oorlogsmisdadigers uit de WOII
Sommige grondrechten zijn belangrijker dan andere
timer
0:15
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Alle grondrechten zijn even belangrijk. Sommige botsen echter wel met elkaar. Bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en het gelijkheidsbeginsel. De rechter bepaalt dan per geval welk recht het zwaarst weegt.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Iedere burger is voor de wet gelijk
timer
0:15
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

*
Voor vrouwen, mannen, arm en rijk,etc: voor iedereen gelden dezelfde wetten.

Slide 25 - Video

De opleiding voor advocaat kost 18.000 euro en een advocaat verdient 2053 euro per maand, net zoveel als iemand die fulltime bij de Hema werkt.
Waar maakt Lubach zich druk om?
  
Waarom is dit een probleem?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

De koning moet zich altijd aan de wet houden.
timer
0:15
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Video

*
Voorkomen machtsmisbruik, omschreven in de wet, alle burgers gelijke rechten, geen terugwerkende kracht, overheid moet zich aan de wet houden, trias politica
Legaliteitsprincipe
Alles wat de overheid doet, moet gebaseerd zijn op de wet.
En wetten mogen niet met terugwerkende kracht worden toegepast.

Waarom is het belangrijk dat de wetten niet met terugwerkende kracht gelden?
   

Slide 29 - Slide

antw:
Spelregels mag je niet veranderen tijdens het spel. Het moet duidelijk zijn welke wet op een bepaald moment geldt. 
De overheid kan anders 'even snel' een nieuwe wet kunnen maken om iets alsnog tegen te houden of iemand te straffen.
vb.
Anders zou  je beboet kunnen worden, omdat je vorige week 120 km reed waar je sinds vandaag 100 moet rijden.
De rechtspraak in Nederland is onafhankelijk.
  • Rechters zijn onafhankelijk en onpartijdig, spreken recht obv wetten, verdragen en jurisprudentie (niet obv persoonlijke overtuigingen.
  • Ze worden voor het leven benoemd en kunnen niet ontslagen worden wegens hun uitspraken.
  • Waarom dragen ze een toga?

Slide 30 - Slide

*
Dat zij niet als privépersoon beslissingen nemen, maar als vertegenwoordigers van het recht.
In een rechtsstaat mag een journalist alles schrijven wat hij wil.
timer
0:15
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

*
 Iedereen mag zeggen en schrijven wat hij wil. Zolang het niet in strijd is met de wet.
Belediging, smaad en aanzetten tot haat en discriminatie zijn bijvoorbeeld verboden. Of iets in strijd is met de wet beoordeelt een rechter achteraf. Er is geen sprake van censuur: vooraf beoordelen.
Bij een rechtsstaat horen ook verplichtingen voor de burger.
timer
0:15
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Welke?
Aan de wet houden, belasting betalen, mensen helpen in nood

Waar denk je aan bij grondrechten?

Voorbeelden?

Slide 33 - Slide

*
In de grondwet staan de basisregels waar iedereen zich aan moet houden. Eerste hoofdstuk gaat over grondrechten: 
Grondrechten kunnen worden onderverdeeld in klassieke grondrechten en in sociale grondrechten.
Klassieke grondrechten bieden de burgers met name bescherming tegen de overheid, zoals het recht van vrije meningsuiting.
Sociale grondrechten leggen opdrachten voor de overheid vast om voorzieningen te treffen voor het maatschappelijk functioneren van de burger, zoals de zorg van de overheid voor de bescherming van het milieu.
 
vrijheid van meningsuiting;
recht op privacy;
kiesrecht;
recht op gelijke behandeling.

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Slide 35 - Video

*
In dit filmpje wordt uitgelegd wat er precies gebeurt met Oeigoeren in China. Toeristen die de Chinese
regio Xinjiang ingaan, krijgen een spionage-app op hun telefoon. Alle berichten en contacten
worden hiermee gescreend. Voor de Oeigoeren, een moslimminderheid in Xinjiang, is dit dagelijkse
praktijk: ze zitten in de klem in het overheidssysteem.
Maak opdracht 23
Schrijf een samenvatting van 4.3 en 4.5 en een evaluatie

Slide 36 - Slide

This item has no instructions