This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom
Paragraaf 8.4 Eenheden van snelheid
Leg bladzijde 129 voor je open!
Slide 1 - Slide
Wat is de hoogste snelheid de je gefietst heb?
Slide 2 - Open question
Voorkennis
Wat weet je al?
Slide 3 - Slide
decennium
uur
millenium
eeuw
jaar
week
kwartaal
minuut
dag
1000 jaren
4 kwartalen
365 dagen
7 dagen
60 seconden
100 jaren
10 jaren
12 maanden
52 weken
13 weken
4 weken
24 uren
60 minuten
10 seconden
Slide 4 - Drag question
In 4 minuten zitten 240
In 5 uur zitten 300 , dat zijn 18 000
In 7 weken zitten 49 , dat zijn 1176
Een jaar heeft 365
In een jaar zitten ongeveer 52
In 6 jaar zitten 72
Vul de juiste eenheden in.
seconden
minuten
uren
dagen
maanden
weken
jaren
seconden
dagen
Slide 5 - Drag question
Lesdoelen
Je leert verschillende eenheden van snelheid.
Je leert de eenheden van snelheid om te zetten.
Slide 6 - Slide
Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 7 - Quiz
Uitleg theorie
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Wat heb je geleerd van dit filmpje?
Slide 10 - Open question
Eenheid van snelheid
Met deze schema rekenen je snelheden om.
Neem daarom het schema (met voorbeeld) over in je schrift.
Voorbeeld:
10 m/s = 10 x 3,6 = 36 km/uur
Slide 11 - Slide
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 12 - Slide
kilometer per uur is een eenheid van
A
afstand
B
lengte
C
snelheid
D
tijd
Slide 13 - Quiz
meters per seconde is een eenheid van......
A
tijd
B
snelheid
C
lengte
D
inhoud
Slide 14 - Quiz
Zet op volgorde van groot naar klein
jaar
maand
week
dag
uur
minuut
seconde
Slide 15 - Drag question
Zet op volgorde van groot naar klein
km
hm
dam
m
dm
cm
mm
Slide 16 - Drag question
Zet in de juiste volgorde.....
A
B
C
D
Slide 17 - Drag question
Van km/uur naar m/s is....
A
B
Slide 18 - Quiz
35 m/s =
62 km/uur =
80 km/uur =
4 m/s =
Bereken en vul in
Deze heb ik over!
126 km/uur
17,2 m/s
22,2 m/s
14,4 km/uur
126 m/s
17,2 km/uur
22,2 km/uur
Slide 19 - Drag question
695 meter in 25 seconden wat is de snelheid in m/s?
Slide 20 - Open question
408 km in één dag wat is de snelheid in km/uur
Slide 21 - Open question
Joris rijdt met zijn auto door de een tunnel met een snelheid van 110 km/uur. Hij rijd 23 seconden in de tunnel. Hoeveel meter is de tunnel lang? Rond af op hele meters.
Slide 22 - Open question
Een drone vliegt met een snelheid van 5 m/s een afstand 1350 km. Bereken hoeveel dagen en uren hij hier over gedaan heeft.
Slide 23 - Open question
Wat heb je geleerd?
Slide 24 - Mind map
Wat heb je geleerd van dit filmpje....
2 keer antwoorden
Slide 25 - Mind map
Seconden is een eenheid van tijd, noem er nog eens drie.
Apart invoeren!
Eenheden van tijd
Slide 26 - Mind map
Meter is een eenheid van afstand, noem er nog eens drie.
Apart invoeren!
Eenheden van afstand
Slide 27 - Mind map
Ben je klaar?
A
B
C
D
Slide 28 - Quiz
Wat heb je geleerd van deze les?
Slide 29 - Open question
Wat vind je nog moeilijk aan deze les?
Slide 30 - Open question
Lesafsluiting
Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!