This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval
Wenn man mich behalten will,
muss man mich sorgsam schützen.
Aber ohne mich zu brechen,
kann man mich nicht benutzen.
Was bin ich?
Slide 1 - Slide
Wat is een naamval?
Slide 2 - Mind map
naamval
Naamvallen zijn de verschillende vormen die woorden aannemen afhankelijk van hun functie in de zin. Naamvallen komen voor bij zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden, lidwoorden en telwoorden.
Slide 3 - Slide
Vertaal: ik
Slide 4 - Open question
Vertaal: jij
Slide 5 - Open question
Vertaal: hij
Slide 6 - Open question
Vertaal: zij
Slide 7 - Open question
Vertaal: het
Slide 8 - Open question
Vertaal: wij
Slide 9 - Open question
Vertaal: jullie
Slide 10 - Open question
Vertaal: u
Slide 11 - Open question
Persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval
Wanneer: na bepaalde voorzetsels
durch - door
für - voor
ohne - zonder
gegen - tegen
um - om
bis - tot
entlang - langs
Slide 12 - Slide
Persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval
ich
mich
du
dich
er
ihn
sie
sie
es
es
wir
uns
ihr
euch
sie
sie
Sie
Sie
Slide 13 - Slide
Dus:
Voor jou - für dich
tegen ons - gegen uns
om mij - um mich
etc.
Slide 14 - Slide
Das Buch ist für (ik) _________
Slide 15 - Open question
Er kann nicht ohne (jij) ______
Slide 16 - Open question
Wir spielen heute gegen (jullie) ______
Slide 17 - Open question
Wir haben Blumen für (u) ________
Slide 18 - Open question
Wir fangen ohne (hij) _____nicht an
Slide 19 - Open question
Für (zij enk) _______ ist das nicht gut.
Slide 20 - Open question
Ik snap de theorie over de persoonlijke voornaamwoorden in de vierde naamval
😒🙁😐🙂😃
Slide 21 - Poll
Hausarbeit
Machen online oder im Buch: Reader Grammatik, Aufgaben