10.5 Rekenen met decimale getallen

10.5 Rekenen met decimale getallen

Je kunt rekenen met decimale getallen
Je kunt vermenigvuldigen met 100, 10, 0,1 en 0,01
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10.5 Rekenen met decimale getallen

Je kunt rekenen met decimale getallen
Je kunt vermenigvuldigen met 100, 10, 0,1 en 0,01

Slide 1 - Slide

3 1/4
3 1/5
2 15/100
2 3/20
5 6/10
5 3/5
8 7/10

Slide 2 - Drag question

Maak een foto van jouw uitwerking van 42

Slide 3 - Open question

Welk decimaal getal hoort bij:
15 1/2
A
15,2
B
15,5
C
15,50
D
15,12

Slide 4 - Quiz

Welk decimaal getal hoort bij:
8 3/25
A
8,12
B
8,325
C
8,09
D
8,012

Slide 5 - Quiz

Welk decimaal getal hoort bij:
6 19/50
A
6,19
B
6,195
C
6,36
D
6,38

Slide 6 - Quiz

Welk teken kan hiertussen:
2 7/10 ..... 2,70
A
>
B
<
C
=
D

Slide 7 - Quiz

Welk teken kan hiertussen:
3,3..... 3 1/3
A
>
B
<
C
=
D

Slide 8 - Quiz

Welk teken kan hiertussen:
5,15 ..... 5 1/10
A
>
B
<
C
=
D

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Bedenk eens een optelling met 2 decimale getallen
(De getallen moeten minimaal 2 decimalen hebben).

Slide 13 - Open question

Lever jouw uitwerking in van de optelling.

Slide 14 - Open question

Bedenk eens een 'minsom' met 2 decimale getallen.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

392,81 x 0,1 =
A
392,81
B
39,281
C
3,9281
D
3928,1

Slide 17 - Quiz

72,149 x 100 =
A
72,149
B
721,49
C
7214,9
D
72149

Slide 18 - Quiz

1) Maken 43-45, laat bij 45 je berekening zien!

 2) Nakijken t/m 42
3) Maken U8, U10 en U11 (blz. 105 en 109)
4) Checken bij het bureau van docent

Slide 19 - Slide

Wat is 12,362 - 2,891?
Laat een foto van je berekening zien!

Slide 20 - Open question