Spelling

Lesdoelen
- tijdens zelfstandig werken hou je je aan de instructie
- je leert hoe je meervouden met -en en -s correct spelt
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lesdoelen
- tijdens zelfstandig werken hou je je aan de instructie
- je leert hoe je meervouden met -en en -s correct spelt

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
- Welkom en introductie (5 min)
- Terugblik en huiswerk (10 min)
- Uitleg (5 min)
- Zelfstandig werken (30 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 2 - Slide

Terugblik
Werkwoordspelling
- onvoltooid deelwoord
- bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een deelwoord

Slide 3 - Slide

Onvoltooid deelwoord
  • Je maakt het onvoltooid deelwoord door achter het hele werkwoord een -d te zetten.
  • Het onvoltooid deelwoord komt nooit alleen voor in een zin.

Lachend gingen de jongens naar huis.
Fluitend ging hij naar zijn werk. 
De jongen ging lopend naar school.

Slide 4 - Slide

Hele werkwoord

Lopen
Huilen
Gapen
Fietsen
Passen
Rijden
Onvoltooid deelwoord

Lopend
Huilend
Gapend
Fietsend
Passend
Rijdend

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Slide

Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord
a. bekladde muur (twee vingers)
b. beklade muur (drie vingers)

Slide 7 - Slide

Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord
a. het gehaatte huis (twee vingers)
b. het gehate huis (drie vingers)

Slide 8 - Slide

Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord
a. het besteedde bedrag (twee vingers)
b. het bestede bedrag (drie vingers)

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Maak opdracht 2 (blz 127), 1, 2, 3, 4 en 5 (blz 156) en de herhalingsopdracht ww-spelling (op papier)

Slide 10 - Slide

Opdracht 2 (blz. 127)
1 od = wachtend; vd = getest 
2 od = kijkend; vd = ingelopen  
3 od = Zoeken; vd = gewist 
4 od = Vluchtend; vd = verloren 
5 od = Borend; vd = geraakt 
6 od = dromend; vd = gestoten  

Slide 11 - Slide

Kijk in stilte na
Heb je een vraag: steek dan je vinger op.

Klaar?: Begin alvast met het lezen van de theorie op blz. 94 en maak opdracht 1 en 2.

Slide 12 - Slide

meervoud op -en en -s

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Wat: maak opdracht 1 en 2 (blz. 95) en opdracht 1, 2 en 3 BLZ 124/125
Hoe: individueel (je  mag fluisterend een vraag stellen)
Klaar: dan ga je lezen in je leesboek

Slide 14 - Slide

Afsluiting
Zijn de lesdoelen bereikt?
- tijdens zelfstandig werken hou je je aan de instructie 
- je leert hoe je meervouden met -en en -s correct spelt
Hoe ging het

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide