Toets vitale functies

Toets vitale functies
1 / 45
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Toets vitale functies

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de vitale functies?
A
Hartfrequentie, bloeddruk, saturatie, temperatuur en bewustzijn
B
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en urineproductie
C
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en het 'niet pluis gevoel'
D
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en bewustzijn

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen functie van de ademhaling?
A
Brengt zuurstof in het bloed
B
haalt koolstofdioxide uit het bloed
C
wordt aangestuurd door de hersenen
D
haalt zuurstof uit het bloed

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is hypertensie
A
te lage bloeddruk
B
te hoge bloeddruk
C
een normale bloedruk
D
te druk in de klas

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bloeddruk
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat meet je bij de saturatie?
A
De bloeddruk van de patient
B
Percentage zuurstof in de vinger
C
Het percentage hemoglobine gebonden met zuurstof
D
Het percentage hemoglobine gebonden met koolzuur

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Zuurstofrijk
Zuurstofarm
Aders
Slagaders
Longslagader
Longader
Naar de nieren
Naar de longen

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Frequentie ademhaling
Normale ademhaling:
Bij volwassenen 15 tot 20 maal per minuut 
Kinderen 20 tot 25 maal per minuut
Baby’s 30 tot 40 maal per minuut

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

strottenhoofd
bronchiën
longblaasjes
keelholte
luchtpijp
neusholte
longen

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Wat wordt er met "alveoli" bedoeld
A
Luchtwegvertakking
B
longblaasjes
C
longtrechters

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een normale ademhalingsfrequentie voor volwassenen?
A
20-25x/min
B
15-20x/min
C
18-22x/min
D
25-30x/min

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Met welk deel van de luchtwegen kan je klanken vormen zodat je kunt praten?
A
met de tong
B
met de keelholte
C
met het strotklepje
D
met het strottenhoofd

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wij ademen hoeveel zuurstof in?
A
14%
B
15%
C
16%
D
21%

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat ademen we uit?
A
koolstofdioxide
B
lucht met veel koofstofdioxide en weinig zuurstof
C
lucht met veel zuurstof en weinig koolstofdioxide

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verloopt de eerstvolgende prikkelgeleiding van de AV-knoop naar de rest van het hart?
A
Sinusknoop
B
Purkinjevezels
C
bundel van His

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De huid 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De huid is een orgaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoornlaag
Kiemlaag
Opperhuid
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Stelling: De lederhuid bestaat uit een laag ....
A
De hoornlaag en de epidermiscellen
B
Bindweefsel
C
Vet en bloedvaten

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is decubitus

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions


A
categorie 1
B
categorie 2
C
categorie 3
D
categorie 4

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


A
categorie 1
B
categorie 2
C
categorie 3
D
categorie 4

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Een aandoening waarbij de nier een vergevorderde staat van functieverlies bereikt. Dit veroorzaakt veranderingen in Plassen, vermoeidheid, zwelling van de voeten, hoge bloeddruk en verlies van eetlust.

Slide 24 - Slide

druk en of schuif kracht bij botuitsteeksels




urinewegstelsel

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De volgende stoffen zijn normale bestanddelen van urine
A
glucose, zouten en hormonen
B
ureum, water en hormonen
C
urinezuur, bacteriën en water
D
water, glucose en witte bloedcellen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welke weg volgt de urine?
A
nierbekken – urineblaas – urineleider – urinebuis
B
nierbekken – urineleider – urineblaas – urinebuis
C
urinebuis – nierbekken – urineblaas – urineleider
D
urineleider – nierbekken – urinebuis – urineblaas

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Als je vaak in de nacht moet plassen heet dit:
A
oligurie
B
nycturie
C
polyurie
D
hematurie

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Stelling:
I Mictie betekent urineren
II gemiddeld produceert een volwassenen 3 liter urine per 24 uur
A
Stelling I en II zijn beiden juist
B
Stelling I is juist, stelling II is onjuist
C
Stelling I is onjuist, stelling II is juist
D
Stelling I en II zijn beiden onjuist

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we ongewild verlies van kleine beetjes urine uit een volle blaas?
A
Reflexincontinentie
B
Urge-incontinentie
C
Overloopincontinentie
D
Stressincontinentie

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Plotseling verlies van urine t.g.v. hoesten, niezen, lachen of tillen noemen we:
A
Stressincontinentie
B
Urge-incontinentie
C
Reflexincontinentie
D
Overloopincontinentie

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Slokdarm
Maag
Lever
Galblaas
Alvleesklier
12-vingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Blinde darm
Wormvormig aanhangsel
Endeldarm
Anus

Slide 32 - Drag question

Dit zijn de organen van het spijsverteringsstelsel. Kun jij ze op de goede plaats zetten?
Wat is géén functie van de dikke darm?
A
produceren vitamine K
B
rottingsprocessen onder invloed van de darmflora
C
Afscheiden van enzymen voor de vertering
D
opnemen van vitaminen, zouten en water

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de voedingsstof naar de juiste functie
Bouwstof
Brandstof
Oplosmiddel
Proteïne
Kooldydraten
Water

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

Wat doet de maag met het voedsel
A
Tijdelijke opslag
B
Kneden en mengen met maagzuur
C
Vervoeren naar twaalfvingerigedarm
D
Alle drie de opties

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de Twaalfvingerige darm?
A
Verplaatst voedsel naar de dikke darm
B
Verplaatst het voedsel naar de dunne darm
C
Door krachtige spieren wordt het eten vermalen
D
Door gal en alvleeskliersap wordt voedsel verteerd

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Na de twaalfvingerige darm komt de......
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Slokdarm
D
Endeldarm

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de goede volgorde van de spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm, endeldarm, anus
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag, dikke darm, endeldarm, anus
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm, endeldarm, anus
D
dikke darm, dunne darm, maag, mondholte, endeldarm, anus

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de dunne darm?
A
De dunne darm neemt voedingsstoffen op, zodat je energie hebt en alles kan doen.
B
De dunne darm neemt zouten en water op
C
De dunne darm verplaatst het voedsel naar de endeldarm
D
In de dunne darm worden verteringssappen toegevoegd

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de dunne darm
A
Afval stoffen toevoegen
B
Voedingsstoffen opnemen
C
Slechte stoffen opnemen
D
Onttrekken van water

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

In de dikke darm wordt...
A
Voedingsstoffen uit de darm gehaald.
B
Gal toegevoegd aan de voedselbrij
C
Alles opgeslagen als poep
D
Water uit de voedselbrij gehaald

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Een andere benaming voor dikke darm is
A
jejunum
B
colon
C
duodenum
D
ileum

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Na de endeldarm komt het voedsel in de
A
maag
B
dikke darm
C
anus
D
dunne darm

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Welk nummer is de Dikke darm?
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang is de dunne darm bij een volwassen persoon?
A
+/- 2 meter
B
+/- 4 meter
C
+/- 6 meter
D
+/- 8 meter

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions