This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 1
Schaarste en ruilen
Paragraaf 1
Voor niks gaat de zon op...
Programma
Mobieltjes in de mobieltas
Voorstellen
Uitleg paragraaf 1
Zelfstandig werken
Bespreken + uitleg + filmpje
Zelfstandig werken
Afsluiting les
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Wat zijn productiefactoren?
Welke goederen kennen we?
Wat is zelfvoorziening en wat is consumeren?
Slide 3 - Slide
Wat heb je nodig om een bedrijf te starten?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Video
Om te produceren zijn productiefactoren nodig:
Kapitaal (machines, productiemiddelen)
Arbeid (het product moet gemaakt worden)
Natuur (grondstoffen)
Ondernemerschap (een ondernemer/oprichter -> de combinatie van natuur, arbeid en kapitaal moet leiden tot winst)
Slide 6 - Slide
schaarse goederen:
De producten die je graag wilt hebben, vind je meestal niet zo op straat. Je hebt middelen nodig om ze te kunnen krijgen. Producten waarvoor je middelen nodig bent noemen we schaarse goederen.
Slide 7 - Slide
Vrije goederen
Vrije goederen zijn tegenovergesteld aan schaarse goederen. Iedereen mag er gebruik van maken, zonder er voor te hoeven betalen.
Voorbeelden: zonlicht, wind, zeewater.
Slide 8 - Slide
Zelfstandig werken
Maak nu opgave 1 tm 8 vanaf pagina 7
timer
12:00
Slide 9 - Slide
Behoeften van de mensen
zelfvoorziening
consumeren
Slide 10 - Slide
Wat is Zelfvoorziening?
Slide 11 - Open question
Ze
l
f
v
oo
r
z
i
en
i
ng
Slide 12 - Slide
Consumeren
Kopen of gebruiken van goederen voor eigen gebruik.
Slide 13 - Slide
Filmpje
Heb je voldoende middelen voor je behoeften?
Opdracht filmpje: wat is een schaars goed?
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Schaars goed=
Goed waarvoor productiefactoren ingezet moeten worden om het te verkrijgen.
Dus niet dat het productweinig voorkomt of zeldzaam is.