This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 1 schaarste en ruilen
Voor niks gaat de zon op...
Slide 1 - Slide
leerdoelen
wat zijn de productiefactoren?
welke goederen kennen we?
wat is zelfvoorziening en consumeren?
Slide 2 - Slide
Wat ben je nodig om een bedrijf te starten?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Video
Om te produceren zijn productiefactoren nodig:
Kapitaal (machines, productiemiddelen)
Arbeid (het product moet gemaakt worden)
Natuur (grondstoffen)
Ondernemerschap (een ondernemer/oprichter -> de combinatie van natuur, arbeid en kapitaal moet leiden tot winst)
Slide 5 - Slide
schaarse goederen:
De producten die je graag wilt hebben, vind je meestal niet zo op straat. Je bent middelen nodig om ze te kunnen krijgen. Producten waarvoor je middelen nodig bent (productiefactoren) noemen we schaarse goederen.
Slide 6 - Slide
Vrije goederen
Vrije goederen zijn tegenovergesteld aan schaarse goederen. Iedereen mag er gebruik van maken, zonder er voor te hoeven betalen.
Voorbeelden: zonlicht, wind, zeewater.
Slide 7 - Slide
om in je behoeften te voorzien er 2 mogelijkheden:
zelfvoorziening
consumeren
Slide 8 - Slide
Wat is zelfvoorziening?
Slide 9 - Open question
Ze
l
f
v
oo
r
z
i
en
i
ng
Slide 10 - Slide
Consumeren
Kopen of gebruiken van goederen voor eigen gebruik.