2.11+2.12+4.3 Einde West-Romeinse Rijk + Renaissance

Hoofdstuk 2 - De Grieks-Romeinse wereld
Periode: oudheid, tijd: 3000 v.C. - 500 n.C.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 - De Grieks-Romeinse wereld
Periode: oudheid, tijd: 3000 v.C. - 500 n.C.

Slide 1 - Slide

Kenmerkende Aspecten 
  • (4) De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaten. 
  • (5) De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
  • (6) De groei van het Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
  • (7) De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa. 
  • (8) De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten. 
  • (19) Het veranderende wereldbeeld van de Renaissance en het begin van nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
  • (20) Hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid
  • (4) De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaten.
  • (5) De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
  • (6) De groei van het Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
  • (7) De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.
  • (8) De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.
  • (19) Het veranderende wereldbeeld van de Renaissance en het begin van nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
  • (20) Hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid
Kenmerkende Aspecten 

Slide 2 - Slide

2.11 Het West-Romeinse Rijk valt uiteen in Germaanse staten

Slide 3 - Slide

Kenmerkend aspect 
(7) De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.

Slide 4 - Slide

Val Romeinse Rijk
- Leger te klein, grenzen te uitgestrekt
- Leger was te duur
- Loyaliteit ligt bij de generaal, niet bij de keizer.
- Continue strijd om macht na dood van de keizer
--> In 395 in Oost- en West-Romeinse Rijk gesplitst.

Slide 5 - Slide

Volksverhuizingen en val Romeinse rijk
Splitsing Romeinse rijk in Oost en West (395)

Volksverhuizingen vanaf v.a. 4e eeuw n. Chr.

Val West-Romeinse rijk 476, start Middeleeuwen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Val Romeinse Rijk
'Het helderste licht op aarde is gedoofd. Het hoofd is van zijn romp geslagen. Met Rome is de gehele aarde ten ondergegaan' ~ Hiëronymus (ca. 347-420) over de plundering van Rome door de Gotische leider Alarik. 

Slide 8 - Slide

De Germanen
  • Deels geromaniseerd 
  • Grotendeels trouw aan de eigen cultuur.

    Dus na de val van het Romeinse Rijk, verdwijnt de Klassieke cultuur naar de achtergrond. 

Slide 9 - Slide

4.3 Westerse wortels in de Grieks-Romeinse wereld

Slide 10 - Slide

Kenmerkend aspecten 
(19) Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
(20) De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid

Slide 11 - Slide

Een nieuwe tijd...
  • In Italië (14e eeuw) was er voldoende vrijheid voor individuen om nieuwe vindingen, nieuwe denkvormen te ontwikkelen.
  • Niet tevreden (Middeleeuwen) >> verandering - gebaseerd op de Klassieke Oudheid. 
  • Renaissance = wedergeboorte.
  • Begint in Italië:
    - vanwege vele overblijfselen van de Klassieke Oudheid
    - contacten met Arabische wereld (Klassieke literatuur weer in beeld) 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Kant: 
 Sapere aude,
Durf te weten.


  • Religie hoort niet meer thuis in de wereld van de politiek, wetenschap en ethiek
  • De mens: goed, autonoom, onafhankelijk
  • Tolerantie voor ideeën en strijd tegen onderdrukking

Slide 16 - Slide

Veranderend mensbeeld
  • Mens hoeft zich niet op de achtergrond te plaatsen.
  • Ieder mens is belangrijk en leeft voor zichzelf.
  • Leven is geen voorbereiding op het leven na de dood - van het leven op aarde moet je genieten (Carpe Diem)
  • De talenten en mogelijkheden van individuen mogen niet door dwang, dogma's of ander gezag worden beperkt.

Slide 17 - Slide

Renaissance
  • Mens stond dus centraal

  • Nieuw ideaalbeeld werd de algemeen ontwikkelde mens:
    uomo universale

Slide 18 - Slide

Da vinci: 'uomo universalis' (alleskunner)

Slide 19 - Slide

Kunst in de Renaissance
  • Middeleeuwen: kunst was voor godsdienst bedoeld:
    - Geen eer noch eigen stijl voor de kunstenaar.
    - Alleen godsdienstige onderwerpen.
    - Geen oog voor detail of anatomie.  
  • Kunst ten tijde van de Renaissance:
    - Godsdienst = een thema, maar ook niet-godsdienstige thema's.
    - Aandacht voor anatomie en perspectief.
    - Eigen stijl + handtekening van de kunstenaar.

Slide 20 - Slide

Middeleeuwen
Renaissance

Slide 21 - Slide

Barok
Kunststijl waar ook Klassieke elementen in zitten.
Tijd: Contra-Reformatie >> kerk wilde grootheid + macht weergeven >> overdadige versieringen + kunst.
Vorsten (absolutisme) deden hier ook aan mee >> paleizen e.d. 

Slide 22 - Slide

Classicisme
Kunststijl waar ook Klassieke elementen in zitten.
Tijd: 18e eeuw >> gestimuleerd door opgravingen van het Herculaneum en de stad Pompeji. 
Evenaren van de kunst van de Romeinen + Grieken >> overtreffen door rationeel te werk te gaan. Harmonie + perfecte verhoudingen staan centraal.

Slide 23 - Slide

Aan het werk
Maak de opdrachten van 2.11/12 + 4.3


Slide 24 - Slide