Wanneer gebruik je komma's
In een zin met 2 persoonsvormen naast elkaar.Toen de bel ging, blafte de hond hard
Tussen de delen van een opsomming.
Ik kocht een nieuwe trui, broek, schoenen en een jas.
Voor voegwoorden zoals, nadat, omdat, maar
Ik ga graag op de fiets, want ik ben graag buiten.