HA2: Kapitel 3 Duzen en/of Siezen

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Kapitel 3

Duzen of Siezen?

Duzen of Siezen?

Doel

Je weet wanneer je moet Duzen en Siezen

Geef in eigen woorden weer wanneer je 'du' en 'Sie' gebruikt!

Vaker Sie dan du

Du bij:

- alle familieleden

-goede vrienden

- mensen tot 16 jaar

Overige gevallen: Sie

Vertaal het woord "jij"

1. du
2. Sie
3. er
4. es

Wat is het woord "u" in het Duits?

1. sie
2. Sie
3. es
4. du

Even oefenen

Wat zeg je tegen je vader?

1. du
2. Sie

Wat zeg je tegen je leraar?

1. du
2. Sie

Wat zeg je tegen je oma?

1. du
2. Sie

Wat zeg je tegen je collega?

1. du
2. Sie

Wat zeg je tegen de beste vriend van je broer (14 jaar)?

1. du
2. Sie

Guten Tag, ________________
(Mitarbeiter gegen Chef)

1. Thomas
2. Herr Müller

Ja, ich habe noch viel zu tun. ___________ mir helfen beim aufhängen der Blusen.

1. Kannst du
2. Können Sie

Tegen familieleden ongeacht hoe oud zeg je...

1. du
2. Sie

Tegen goede vrienden zeg je...

1. du
2. Sie

Tegen je baas zeg je...

1. du
2. Sie

Tegen kinderen tot ongeveer 16 jaar zeg je...

1. du
2. Sie

Tegen je collega's zeg je...

1. du
2. Sie