Hoofdstuk 11 samenvatting

Samenvatting hoofdstuk 11

Oppervlakte en inhoud
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Samenvatting hoofdstuk 11

Oppervlakte en inhoud

Slide 1 - Slide

Leerdoelen paragraaf 11.1:
  • Je leert hoe je de omtrek en oppervlakte van een figuur berekent.
  • Je leert de vuistregels voor het schatten van afmetingen.

Slide 2 - Slide

Omtrek en oppervlakte
Omtrek = De lengte van de buitenzijden van het figuur. "Er omheen".
                De omtrek druk je uit in km, hm, m, etc.

Oppervlakte = De grootte van het figuur. 
                 De oppervlakte druk je uit in km, hm, m etc.  (Vierkante meters)
2
2
2

Slide 3 - Slide

Vuistregels voor het schatten van lengten:
  • De hoogte van een verdieping is ongeveer 3 meter.
  • De afstand van je pink naar je duim is ongeveer 20 cm.
  • Een deur is ongeveer 1 meter breed en 2 meter hoog.
  • De lengte van een volwassen persoon is ongeveer 180 cm.


Hoe hoog is een huis ongeveer?

Slide 4 - Slide


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S1 & S4 op blz. 148
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Leerdoelen paragraaf 11.2:
  • Je leert de oppervlakte van een rechthoek berekenen
  • Je leert rekenen met oppervlakte maten.

Slide 6 - Slide

Oppervlakte rechthoek

Oppervlakte rechthoek = lengte × breedte


Slide 7 - Slide

Oppervlakte rechthoek

Oppervlakte rechthoek = lengte × breedte




Verdeel bijzonder figuren in vlakken
waardoor je makkelijker de oppervlakte
kan berekenen.


Slide 8 - Slide

Oppervlakte maten omrekenen:

Oppervlakte rechthoek = lengte × breedte
De uitkomst hiervan is altijd gegeven in oppervlakte maten.



In één vierkante meter passen dus precies 100 vierkantjes met zijden van 1 dm.

Let op! 
Bij oppervlakte maten rekenen je met stappen van 100.

Slide 9 - Slide


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S2, S5
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Leerdoelen paragraaf 11.3:
  • Je leert hoe je de oppervlakte berekent door inlijsten

Slide 11 - Slide

Oppervlakte driehoek berekenen
Oppervlakte driehoek = (BASIS x HOOGTE)/2
Voorbeeld:

Slide 12 - Slide

Inlijsten
  1. Teken om het figuur een rechthoek waar het figuur precies in past.
  2. Bereken de oppervlakte van het rechthoek.
  3. Geef de losse gebieden een nummer en bereken de oppervlakte van deze gebieden.
  4. Bereken de oppervlakte van het figuur door de genummerde gebieden van de totale oppervlakte af te halen.

Wees volledig met je berekening.
Bekijk het filmpje hierna voor de berekening.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S6
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Leerdoelen paragraaf 11.4:
  • Je leert inhoud berekenen van balkvormige figuren

Slide 16 - Slide

Inhoud berekenen van balkvormige figuren






Formule van inhoud van ruimtefiguren = Oppervlakte grondvlak × hoogte


Let op! De afmetingen van het figuur moeten allemaal in dezelfde eenheid staan.

Slide 17 - Slide

Inhoud berekenen van balkvormige figuren
Formule van inhoud van ruimtefiguren = Oppervlakte grondvlak × hoogte
                                                 = lengte × breedte × hoogte 

Let op! De afmetingen van het figuur moeten allemaal in dezelfde eenheid staan.
Bereken de inhoud in 
cm3

Slide 18 - Slide

Inhoud berekenen van balkvormige figuren
Formule van inhoud van ruimtefiguren = Oppervlakte grondvlak × hoogte
                                                 = lengte × breedte × hoogte 

Let op! De afmetingen van het figuur moeten allemaal in dezelfde eenheid staan.
Bereken eerst de totale balk. 
Bereken het stuk dat eruit gehaald is.
Haal het gat van het totaal af en je houdt het figuur over.

Slide 19 - Slide


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S7 
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Leerdoelen paragraaf 11.5:
  • Je leert hoe je breuken vermenigvuldigt.

Slide 21 - Slide

Bereken de inhoud van de pringles bus.
1dm3=.....m3
2000cm3=.....dm3
Onthoud deze rij goed!!

Slide 22 - Slide


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S3
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll


Ik ben voldoende voorbereid op de toets:
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll


De uitleg in de klas was goed te volgen:
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll


Het cijfer van de toets wordt voldoende: 
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

VEEL SUCCES BIJ HET MAKEN VAN DE TOETS!

Slide 27 - Slide