H6: verzekeren

H6: verzekeren
In deze Lesson-up leer je
- uitleggen hoe de zorgverzekering is gebasseerd op solidariteit
- hoe bij de basis zorgverzekering geen averechtse selectie plaats vindt
- wat moral hazard is en hoe het de zorgkosten kan beïnvloeden
- rekenen met de premie van een zorgverzekering
- waarom collectieve verzekeringen verplicht zijn
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

H6: verzekeren
In deze Lesson-up leer je
- uitleggen hoe de zorgverzekering is gebasseerd op solidariteit
- hoe bij de basis zorgverzekering geen averechtse selectie plaats vindt
- wat moral hazard is en hoe het de zorgkosten kan beïnvloeden
- rekenen met de premie van een zorgverzekering
- waarom collectieve verzekeringen verplicht zijn

Slide 1 - Slide

Ik weet nog goed waar h6 over ging
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Lees de theorie eerst door.
Verzekeringen die mensen op eigen initiatief afsluiten, noem je particuliere verzekeringen. Verzekeringen die door de overheid worden verzorgd, noemen we sociale (collectieve) verzekeringen. 
De sociale (collectieve)  verzekeringen zijn verzekeringen die door de overheid worden verzorgd en bestaan uit volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. 
Bij particuliere verzekeringen is de premie op basis van risico.
Bij collectieve verzekeringen is de premie op basis van je inkomen.

Slide 3 - Slide

Lees de theorie eerst door.
Met solidariteit bedoelen we vaak dat mensen elkaar helpen vanuit een gevoel van saamhorigheid en verbondenheid zonder dat hier onmiddellijk een tegenprestatie tegenover staat.

In de context van verzekeren, is solidariteit de mate waarin risico’s gedeeld worden met andere verzekerden. Mensen die weinig schade claimen (goede risico’s) dragen in verhouding meer bij dan mensen die veel schade claimen (slechte risico’s).

Slide 4 - Slide

Lees de theorie eerst door.
Bij particuliere verzekeringen spelen vanwege asymmetrische informatie (de verzekerde heeft meer informatie dan de verzekeraar) twee problemen: moral hazard en averechtse selectie.

Slide 5 - Slide

Averechtse selectie

Slide 6 - Slide

Moral hazard

Slide 7 - Slide

Start nu met de quiz!

Slide 8 - Slide

Wat is averechtse selectie ?
A
als de verzekeraar premiedifferentiatie toepast
B
als de slechte risico's de verzekering verlaten
C
Als de goede risico's de verzekering verlaten
D
Als iedereen zich verzekert

Slide 9 - Quiz

Particuliere verzekeringen (1) en sociale verzekeringen (=collectieve) (2)
A
(1) zijn allemaal vrijwillig, (2) zijn allemaal verplicht
B
(1) zijn bijna allemaal vrijwillig, (2) zijn allemaal verplicht
C
(1) zijn allemaal verplicht, (2) zijn allemaal vrijwillig
D
(1) zijn allemaal verplicht, (2) zijn bijna allemaal vrijwillig

Slide 10 - Quiz

Een zorgverzekering valt onder de particuliere verzekeringen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Voor welke verzekering(en) is een acceptatieplicht vanuit de verzekeraar verplicht?
A
Voor iedere levensverzekering en de zorgverzekering
B
Alleen voor de basiszorgverzekering
C
Alleen voor de basis- en aanvullende zorgverzekering
D
Een verzekeraar is in geen enkel geval verplicht een verzekernemer te accepteren.

Slide 12 - Quiz

Asymmetrische informatie
Moreel wangedrag
Averechtse selectie
Eigen risico
Premiedifferentiatie
Omdat Zine toch verzekerd is, zet zij soms haar
fiets op plaatsen waar veel fietsen gestolen worden
Omdat de overheid wil dat mensen gezonder gaan leven, moet men een steeds groter deel van de zorgkosten eerst zelf betalen
Omdat Piet niet als zijn moeder al 20 jaar geen schade heeft gehad, moet hij als 23-jarige veel meer premie voor zijn autoverzekering betalen
Omdat de premies van reisverzekeringen steeds stijgen, verzekeren steeds minder mensen zich, alleen de echte brokkenmakers en sloddervossen nog
Omdat Benito aan kooivechten doet en vaak blessures heeft, heeft hij dat niet gemeld aan de verzekeringsmaatschappij, want dan kan de verzekerings-maatschappij moeilijk gaan doen

Slide 13 - Drag question

Collectieve verzekeringen zijn ........................, particulieren verzekeringen zijn meestal .....................
Mensen die zich verzekeren zijn .......................... hiermee doen ze aan .......................... 
Als de premie niet voor iedere verzekerde gelijk is doet de verzekeraar aan ..............................
risicospreiding
verplicht
risico-avers
niet verplicht
premiedifferentiatie

Slide 14 - Drag question

particuliere verzekeringen
collectieve verzekeringen
Sleep de verzekeringen naar de juiste kolom.
reisverzekering
zorgverzekering
inboedelverzekering
WA-verzekering

Slide 15 - Drag question

Ons zorgstelsel gaat uit van solidariteit
Wat is solidariteit?
A
Een vakbond voor zorgmedewerkers
B
Het gevoel van verbondenheid en ondersteuning
C
Ieder voor zich
D
Een wet in Nederland

Slide 16 - Quiz

Wat hoort niet bij solidariteit van de zorgverzekering in Nederland?
A
er is een eigen risico
B
de armeren krijgen zorgtoeslag betaald met belastinggeld
C
iedereen betaalt mee, ook gezonden, die betalen mee voor zieken
D
de premie is inkomensafhankelijk: je betaalt meer als je rijk bent

Slide 17 - Quiz

Wat is premiedifferentiatie ?
A
Mensen een premie geven die veel te hoog is
B
Mensen een premie geven die niet bij hun risico past
C
Mensen een premie geven die anders dan anders is
D
Mensen een premie geven die bij hun risico past

Slide 18 - Quiz

Is er bij de zorgverzekering sprake van premiedifferentiatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Hoe kunnen Nederlanders toch hun maandelijkse premiebedrag bij de zorgverzekering iets verlagen?
A
Door hun eigen risico te verhogen
B
Door hun eigen risico te verlagen
C
Door meer aanvullende verzekeringen te nemen

Slide 20 - Quiz

Hoe hoog is de premie per maand als de totale ziektekosten per jaar €20 miljard zijn en er 10 miljoen mensen zich moeten vezekeren. De verzekeraar rekent 10% winst bij de premie.
A
€2000
B
€167
C
€2200
D
€183,70

Slide 21 - Quiz

Bij een maandelijkse premie van €150 en 2 miljoen klanten is de totale kost van de verzekeraar
A
€30 miljoen
B
€300 miljoen
C
€13.333

Slide 22 - Quiz

Ik begreep deze Lesson-up goed!
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll